Vanuit Salento ga ik via Cali, de broeierige salsa stad en waar men de sluitingstijdenwet ‘ley zanahoria’ noemt (‘de wortel regelgeving’, want je moet wel echt zo saai als een wortel zijn als je om 3 uur al naar huis wilt….) naar Popayán, la Ciudad Blanca van Colombia. Ik doe er niet veel meer dan wat rondslipperen, gebouwen bekijken en uittesten welke panaderia nu de lekkerste broodjes heeft om die vervolgens met koffie op het plein op te peuzelen. Het is een stad met veel studenten, cafés en een leuke sfeer. Hier wordt Semana Santa (week voor Pasen) groots gevierd en ze zijn al druk bezig met de voorbereidingen. Mede omdat er dit jaar een herdenking zal zijn, het is namelijk precies 30 jaar geleden dat er bij aanvang van het feest een aardbeving was waarbij oa het dak van de kathedraal instortte, met als gevolg honderden doden.
Ook ga ik naar Silvia, een klein berg dorpje 50 km verderop waar het op dinsdag een gezellige drukte is omdat de nog erg traditionele Guambiano bevolking uit de omliggende dorpjes dan z’n spullen komt kopen en verkopen. Ze hebben nog steeds hun eigen taal en kleding, vinden mij een reus en dat klopt ook wel als je naast ze staat. Ik verwacht de nodige toeristen maar dat is het leuke van Colombia, dat valt dan dus reuze mee. Kon ze op twee handen tellen en je ziet bovendien veel dezelfde mensen, veel komen net uit Ecuador.
De markt is leuk om te bekijken, deels buiten, deels in grote hal, onderverdeeld in sectoren, al kon ik het bordje met section Tuberculose niet helemaal matchen met de zeep en tandpasta die er verkocht werden. Zoals zo vaak veel spullen waarvan je niet goed weet wat of waarvoor het is maar men vindt het leuk om uit te leggen, of doet in ieder geval een poging. Krijg spontaan fruit en empanadas aangeboden en als ik vraag of ik ook wat empanadas mag maken heb ik natuurlijk de lachers op m’n hand. Het is niet moeilijk maar de productie gaat rap omlaag doordat ik veel langzamer ben, bovendien zijn ze minder mooi dus ik laat het al snel weer over aan de eigenaar van t kraampje en slipper weer vrolijk verder.
Ook iets typisch van hier zijn de minutos. Veel mensen hebben wel een mobieltje maar gebruiken deze enkel voor het ontvangen van telefoontjes. Voor het bellen maken ze gebruik van de ‘mobiele telefoon services’, af te rekenen per minuut. De kosten schelen nogal per provider en dus is er altijd keuze uit verschillende providers. De wandelende ‘telefoonmensen’ zijn overal en het systeem lijkt prima te werken. Soms zelfs een fiets met daaraan kettingen met verschillende mobieltjes, mobieler kan niet zou je zeggen, soort verplaatsende telefooncel.
Na dit enerverende marktdagje reis ik door naar San Agustín, een rit over een slechte weg dwars door de bergen. Ik zie onderweg veel zware ongevallen, zelfs ambulance over de kop, en ben blij dat ik veilig arriveer. Snap weer wat beter waarom veel mensen hier een kruisje slaan bij vertrek.
Ik word op de ‘hoofdweg’ bij de afslag naar San Agustín op vriendelijke wijze uit de bus gezet en de laatste paar kilometers leg ik af achterop de motor, met rugzak en al. Ik heb een kamer in haciënda Anacaona, gelegen buiten het plaatsje en midden in de heuvels; prachtig huis, nog mooiere tuin en uitzicht over de valleien welke door de rivier Magdalena gesplitst worden. Bovendien overal hangmatten, een paar lieve honden en een tamme papegaai die gezellig mee schommelt op je schouder (en denkt dat m’n oorbellen eetbaar zijn).
Kortom, de meer dan 500 beelden, tombes en opgravingen waar San Agustín om bekend staat waren zeker mooi en interessant maar heb m’n beste herinneringen aan de haciënda en de heerlijke rit te paard in de mooie omgeving. Hoe relaxed kan het leven zijn?
Enige stress die ik had was het feit dat m’n iPhone 5 kabeltje opeens uit twee delen bestond waardoor ik natuurlijk niet meer kon opladen. En zie daar maar eens vervanging voor te krijgen… Achterop de moto van de zoon des huizes gaan we alle mogelijkheden af (wat er trouwens niet veel zijn in dit kleine stadje) en al snel sta ik bekend als la chica del cable. Helaas, niemand in San Agustín en omgeving is al toe aan iPhone5 en ook aan reparatie (optie 2) lijkt niemand zich te willen wagen totdat ik uiteindelijk via via in contact kom met zeg maar de nerd van t dorp. Volgens mij half autistisch maar ik zie hem met zoveel concentratie aan een mobieltje klooien dat ik al mijn hoop op hem vestig. En ja, de volgende dag kijkt hij me nog steeds niet echt aan maar geeft hij me een voorzichtige schuchtere glimlach, het is gelukt! Ik kan het niet controleren want stroom is uitgevallen maar betaal graag het bedrag van 30.000 COP ( 12 euro) aan zijn beduidend minder autistische en bovendien commerciële mama.
Ben blij en kan weer volop foto’s maken, bijvoorbeeld van het verwerkingsproces van suikerriet. Ik beland in dit ‘open lucht fabriekje’ terwijl we tijdens tocht te paard schuilen voor de stortregen. Superleuk om te zien en ik snoep volop van de kokende ‘karamel’ die ik wat laat afkoelen door de stok in het koude water te houden waarin de mallen worden schoongemaakt, ondertussen hopend dat alle suiker de bacteriën wel zal doden. De grote blokken panela, het eindproduct, zie je op elke markt voor 50 cent liggen en een favoriet drankje is hier aquadepanela, zowel warm als koud en soms met brood en chocolade. Ook variant met kaas is populair, al lijkt me dat laatste persoonlijk nou niet echt een combinatie om van te smullen.
Na de heuvels, bergen, beelden, paarden en vogels van San Agustín vervolg ik m’n weg richting Villavieja, het startpunt voor verblijf in de Deserto de la Tatacoa. Soort semi woestijn met een bijzonder eco systeem en landschap van rode en grijze rots en zand formaties. Niet echt een landschap wat je in Colombia verwacht maar wel weer laat zien hoe divers het land is. Dat vind ik nu echt het leuke aan reizen, je leert niet alleen elke keer weer een beetje beter jezelf kennen maar leert ook over het land, gebruiken en culturen.
Ik beland er, samen met een Spaans / Zuid-Afrikaans stel, in een nogal basic guesthouse met 2 kamers, maar wel prima gelegen en bovendien met een hangmat. En tja, wat mag je verwachten voor 8 euro per nacht incl ontbijt? Misschien wel yoghurt of geitenkaas want dit vermelden ze op een groot bord aan de rand van de weg en er lopen legio geiten rond, maar ontbijt bestaat verrassend genoeg uit ei met een kopje waterige chocolade melk. De logica ontging me een beetje, maar goed, weinig supermarkt in de buurt natuurlijk dus geen keus 🙂
Einde middag en de volgende dag lopen we m.b.v. gids pablopedro mooie routes door het bijzondere landschap. Heerlijke stilte en mooie vergezichten. Shaun (de zuid afrikaan) is duidelijk opgegroeid in de natuur en hij spot van alles: kleine uiltjes, eetbare vruchtjes op cactussen, schorpioenen, kolibries, roofvogels en een soort vosje (die we niet echt konden thuisbrengen dus misschien was het toch een hond?). Kortom, ik had eigenlijk de luxe van twee gidsen en als ik hoor dat er ook slangen in het gebied zijn ben ik daar maar wat blij mee…
Deserto de la Tatacoa is ook geliefd bij astrologen maar aangezien het bewolkt is zijn er geen sterren te zien, en valt er dus ook geen nuttige toelichting te geven, dus dat slaan we over. Ik vermaak me er prima, blijf nog een dagje langer en vertrek de volgende dag samen met een NL stel richting Villavieja. Dankzij vlotte lift van soort tuktuk staan we al om 7.15 uur zondagochtend op het centrale pleintje, klaar voor minibus naar Neiva vanwaaruit we de bus naar Bogota willen pakken. Echter niet heel veel mensen die die zondagochtend vroeg staan te springen om ook naar Neiva af te reizen en dus zit er niets anders op dan te wachten, en te wachten, en te wachten. Busje was er wel, chauffeur ook, alleen nog niet voldoende passagiers. We doden de tijd door ons te verbazen over een groot en lelijk papier-maché beeld van een soort dinosaurus / beer midden op plein, over de hoeveelheid biertjes wat een oud mannetje op terrasje wegtikt op het toch best vroege tijdstip, over de muziek wat uit de luidsprekers van de kerk schalt en over de beker rijstemelk wat naar kokos lijkt te smaken, refill is overigens gratis, waarschijnlijk zondagse aanbieding? Over diversiteit aan ontbijtjes in ieder geval niet te klagen.
De planning voor rit naar Bogota was in totaal zo’n 6 uur maar we komen uiteindelijk pas einde dag aan. Aldaar gaat het vlotjes want ik had al hotel gereserveerd en dus hop, in taxi vanaf busterminal. Had namelijk totaal geen behoefte aan een zoektocht met rugzak door Bogota…
Het hotel is super leuk, mooi boutique hotelletje in de wijk La Candelaria, met ook nog eens heerlijke warme douche, goed bed, welkoms biertje en enorm behulpzame en zorgzame mensen. ’s Avonds komt de buurt me wel wat onguur over, er wordt ook meteen gevraagd of we cocaïne willen kopen, nee, we willen wat eten (en belanden by the way in een restaurantje wat gespecialiseerd is in champignons, geen magische)! Ben blij dat we met z’n drietjes lopen, maar misschien was ik ook wel wat overdreven op m’n hoede, want de volgende dag met daglicht ziet het er een heel stuk prettiger uit, bovendien veel politie op straat, voelt dan prima. Al blijven er bijzondere Bogota regels gelden, bijvoorbeeld geen (officiële) taxi op straat aanhouden maar altijd laten bellen zodat rit geregistreerd is. Zal wel niet voor niets zijn en ik volg dan ook trouw deze ongeschreven regels op. Desalniettemin ga ik voor de laatste dagen nog lekker de stad uit richting Villa de Leyva, volgens lonely planet nog een must go en niet al te ver weg.