de berenloop* in de kiso vallei

*hier geen Brandaris, haven, Boschplaat, duinen of strand. Daarnaast doen we zeker geen marathon. Wel is het dé plek om de nieuwe wandelschoenen eens goed te testen. Soort van dagelijkse ‘kleintje Berenloop’.

We starten met één van de populaire routes en pakken de bus naar Magome voor het startpunt. Magome wordt omschreven als een pittoresk dorp dat een authentieke sfeer heeft weten te behouden met traditionele houten huizen, herbergen en waterraderen. Onze omschrijving is: een openluchtmuseum waar we niets mee hebben. De wandeling naar Tsumago is gelukkig wel degelijk de moeite waard. Het is een klein stukje van het 500 km lange Nakasendo pad; een oude postroute die Tokio met Kyoto verbond tijdens de Edo-periode (17-19e eeuw) en die een deel van de Kiso-vallei doorkruist. Tsumago was de 42e plaats op deze postroute, gerekend vanaf (toenmalig) Edo. De wandeling is prachtig, de eerste 3-4 km is voornamelijk heuvelopwaarts en het grootste deel van het pad gaat door een prachtig bos met hoge bomen, bamboe en allerlei waterstroompjes. Hier niets geen geregelde natuur waar alles in compositie is. Hier gewoon een oerbos met af en toe zelfs kleine watervallen. We passeren onder andere de Otaki en Metaki (mannelijke en vrouwelijke) watervallen. Het water is ongelofelijk helder en op veel plaatsen drinkbaar. Het is dat het rond het vriespunt is anders zouden we zeker een paar keer een bad hebben genomen. Ziet eruit als een heerlijke massage.

Eenmaal in Tsumago nemen we de bus naar Nagiso alwaar Hero ons weer oppikt en terugbrengt naar zijn fantastische guesthouse in de heuvels. Een groot (uiteraard houten) huis van rond 1800 wat hij helemaal gerestaureerd heeft. ‘Hij’ is Hero, een rustige bescheiden persoonlijkheid. Hij antwoordt als je hem iets vraagt maar zal niet snel zelf een gesprek beginnen. Gelukkig hebben wij geen schroom om te vragen. Hij is de oprichter van één van de grootste telecom en software organisaties in Japan en heeft, met zijn gezin, gekozen voor een leven buiten Tokio. Dit huis is zijn derde project en het is inmiddels zo ver gevorderd dat ze nu zelf ook goed kunnen wonen op de eerste verdieping. Rondkijkend zou je denken dat hij een architect in de arm heeft genomen, maar het blijkt zijn eigen creativiteit te zijn. Wat je met hout al niet kan doen. In de gezamenlijke leefruimte staat een mega houtkachel, heerlijke fauteuils en overal zijn boeken en mooie oude houten meubels welke deels uit verlaten huizen komen. Een antiquair zou er denk ik erg gelukkig van worden.

Het is Japans maar zeker niet ‘standaard Japans’. Volgens mij ook niet bepaald volgens de Marie Kondo leer, de Japanse opruimgoeroe met de gepatenteerde KonMari methode. “Keep only those things that speak to the heart, and discard items that no longer spark joy” is een van haar gevleugelde uitspraken. Schijnt overigens dat Marie zelf inmiddels iets minder georganiseerd is sinds ze drie kinderen heeft, maar als we de gemiddelde Japanse kamers hier zien dan wordt haar visie redelijk strak gevolgd. Hier dus een uitzondering. Althans, qua inrichting, want opgeruimd en schoon is het zeker. En wellicht hebben Hero en Rey simpelweg veel dingen ‘which speaks to their heart’, kan natuurlijk ook.

Het is in ieder geval fijn ‘thuiskomen’, al zijn we na drie dagen nog steeds in de war door alle schuifdeuren. We hebben hier een ruime kamer met tatami’s, mooie shoji deuren en een flinke petroleum kachel. Er is een groot houten bad met kokend heet water en we krijgen elke avond een stoof met briketten mee om de futons mee te verwarmen. Ideaal, blijft verrassend lang warm. En anders is er nog een goede voorraad lokaal gebrouwen sake om van binnen warm te worden.

Bij entree krijg je zachte warme sloffen en als je weg gaat loopt de hele familie mee om vervolgens op een rijtje op hun knieën te zitten totdat je daadwerkelijk buiten staat. Het is een vorm van gedag zeggen. Japanse gastvrijheid en beleefdheid. Ik vind het wel wat, die mate van gedetailleerdheid en de hoeveelheid aan tradities. Japanners denken van tevoren goed na over wat ze zeggen en hoe dat voor de ander is. Kunnen wij nog wat van leren…

De familie maakt zich op om Shichi-Go-San te vieren. Dit is een kinderfeestdag voor meisjes van 3 en 7 jaar oud en voor jongetjes van 3 en 5 (oneven nummers brengen geluk in Japan). Hun dochtertje Sayo is 7 geworden en vandaag zal ze voor het eerst een traditionele Obi (en kimono) dragen. Het is dezelfde set kleding die Rey droeg toen zij 7 werd. Uiteraard volgt een foto sessie en offers bij een Shinto Schrijn. Tradities… het wordt al meer dan 1000 jaar gevierd.

Sayo, Rey en Hero

Terwijl zij naar Tsumago vertrekken voor de fotoshoot, pakken wij jas, sjaal, muts en handschoenen om de Nenouetoge pass en de Yogawa route naar Nojiri te gaan verkennen. Pittige wandeling, niet zozeer in afstand want 11 kilometer is prima te doen, maar met veel hoogtemeters. Bergopwaarts lopen is nooit mijn sterkste kant geweest. Echter, als de diesel eenmaal loopt dan gaat het goed en de route is prachtig. Onze favoriet! We komen welgeteld drie mensen tegen en (gelukkig) nul beren. Er wordt hier continue gewaarschuwd voor de beren en er hangen de nodige bellen om herrie te maken. Ook wordt er middels borden geadviseerd iets mee te nemen wat geluid maakt. Hebben we dus niet, maar Joris heeft geen bel nodig om geluid te maken. Succes verzekerd, geen beer die bij ons in de buurt wil komen.

koester de kaki

Het en der passeren we een paar huizen met rijstvelden. Vrijwel overal hangen geschilde kaki’s te drogen. Ze worden aan draden geregen en in grote bossen onder de dakoverstekken te drogen gehangen. Het proces heet hoshigaki en uiteindelijk zouden ze zoet als gedroogde dadels moeten smaken. Het is dé nationale vrucht van Japan en wedijvert in dit seizoen met de vele mandarijnen. Deze laatste heten hier satsuma’s, lekker voor in de yoghurt. We kopen ze maar gewoon in de supermarkt want de verschillen – inclusief verschillende namen – lijken eindeloos. De bijnaam voor de dekopon is ook leuk, sumo citrus. Dat is een oversized versie van een mandarijn uit Japan met een bult bovenop.

Terug naar onze dagtocht en de mini bergdorpjes. Opvallend zijn de grote plastic opblaastijgers in de bomen die de graven moeten beschermen. Althans, dat is wat wij ervan maken, misschien is het wel om de beren af te schrikken die stiekem toch langs de hekken zijn gekomen. Levendiger zijn de diverse jonge Hatchi hondjes bij de huizen. Zo lief! Of eigenlijk moet ik zeggen Hachikō, want de film met Richard Gere is gebaseerd op de Japanse Akita hond Hachikō. Ik bedenk me dat ik wederom ben vergeten om het standbeeld van Hachikō bij het Shibuya station te bekijken. Zal er best druk zijn want het was in november exact 100 jaar geleden dat Hachikō werd geboren en de hond is hier in Japan een nationale held. Hij is het toonbeeld van loyaliteit. En ja, loyaliteit is er hier met de confucianistische paplepel ingegoten.

Morgen vertrekken we richting Kyoto. Daar hopelijk weer iets hogere temperaturen. Voor nu nog heerlijk bij de kachel met een dekentje, en een kop thee. Mooie plek om deze blog te schrijven.

Een gedachte over “de berenloop* in de kiso vallei

Plaats een reactie