wij zijn trots op onze pompoen

“Wij zijn trots op onze pompoen”. Als je Naoshima intikt (of inspreekt) op je telefoon dan is de kans groot dat de gestippelde gele pompoen van Yayoi Kusama* als eerste op je scherm verschijnt. Er is ook nog een rood exemplaar, direct aan de haven, zo’n beetje het eerste wat je ziet wanneer de veerboot aanmeert in de haven van Miyanoura. Nu is er gelukkig véél meer op het eiland dan die pompoenen, maar de gele pompoen was wel zo’n beetje het begin van alles. Ooit was Naoshima een grotendeels vervuild eiland door een koperraffinaderij, nu is het een prachtig groen eiland bezaaid met musea en kunstwerken. Letterlijk nieuw leven ingeblazen door de kracht van de hedendaagse kunst en het geld van Soichiro Fukutake.

De iconische gele pompoen die wij zien blijkt echter een nieuw exemplaar te zijn. Ze hebben een tijd zonder gezeten en de circa 3000 inwoners van het eiland misten oprecht hun pompoen. Normaal gesproken wordt de lieveling, bij slechte weersverwachting, met een karretje in veiligheid gebracht. Twee jaar terug draaide een typhoon echter gedurende de nacht onverwachts met 90 graden en ze waren dus te laat. De zee slokte het miljoenen kostende kunstwerk op en slechts een paar brokstukken konden gered worden. De toen 92-jarige Kusama verblijft al sinds de jaren zeventig in een instelling voor geestelijke gezondheidszorg, maar het is toch gelukt om een nieuwe pompoen te fabriceren.

Dat en meer verhalen horen we tijdens de ontbijt sessies met Jen en Ono, de geweldige eigenaren van de B&B Yado in Miyanoura. Na 20 jaar een bar te hebben gerund in Shibuya (hij) en een carrière van executive search consultant (zij) zijn ze naar dit 10 km2 eilandje in de Japanse binnenzee verhuisd. Ze staan nu op op de tijd dat ze normaal naar bed gingen. Het is een top adres met een heerlijke ruime kamer; the blue room. Het was een van de vele verlaten huizen op het eiland en na hard werken is het nu een originele en authentieke B&B, goed passend bij de eigenaren. Overal hangt kunst. Er zijn mooie, zij het rammelende, antieke schuifdeuren waar het ochtend licht zacht doorheen komt. Voor ‘s avonds hebben ze fijne dimverlichting (uitzonderlijk hier in Japan) en hun tips zijn handige weetjes. Bovenal, spot on! Of het nu musea (reserveringen), eettentjes of kunst projecten betreft. Zelfs een nieuwe leesbril wordt vlot geregeld. En dat is fijn want ze hebben een mooie boek collectie met veel achtergrond over de kunst op dit en de omringende eilanden.

Er is hier zóveel te zien en het weer is ook nog eens geweldig. Bijna twintig graden en een zonnetje. Met zonnebril op de neus lopen en fietsen we het hele eiland rond. Het is een Tadao Ando walhalla. Zó gaaf! De perfecte combinatie van kunst en architectuur.

een high tech oude stilheid

Het Chichu Art Museum is ons startpunt. Het woord chichu betekent in het Japans ‘diep in de grond’ en dit museumgebouw van Ando Tadao is precies dat. In de zuidelijke heuvels van Naoshima, daar waar ooit zoutterrassen waren, is dit het 2e project van Ando dat even na de eeuw wisseling is gerealiseerd. Het ondergrondse is gedaan om het omringende landschap niet te verstoren. Perfect gelukt, het is een kunstwerk op zichzelf.

Ando koos ‘licht’ als thema voor het project, ondanks het feit dat het gebouw dus vrijwel volledig in de grond is gegraven. De driehoekige en vierkante openingen die in de aarde zijn geslagen omlijsten de Setouchi-hemel. En die is dus ongewoon stralend blauw voor deze tijd van het jaar. Binnen helpt het minimalisme in de ruimte om je je zintuigen te versterken. Het is een prachtig contrast van licht en schaduwen, iets wat dus verandert met de tijd van de dag (en het jaar). Er is een soort spleet als loopbrug, eigenlijk is het een super strak betonnen labyrint. Het cafe opent zich echter richting het water. We zitten buiten en het zeegezicht is een soort panoramisch schilderij. Ik weet het, het zijn allemaal superlatieven… ik kan alleen maar zeggen: ga erheen en oordeel zelf.

De galerijen voor elk van de drie kunstenaars zijn unieke ruimtes, een compromisloze samenwerking tussen architect en kunstenaars. De volledig witte ruimte voor de Waterlelies van Monet heeft afgeronde hoeken. Het is een schaduwloze ruimte waarbij natuurlijk licht afkomstig van het plafond als een zachte en indirecte lichtbron wordt gebruikt.

Nog veel indrukwekkender vonden we het werk van de Amerikaanse lichtmeester James Turrell. In ‘Open Sky’, stap je een kleine ruimte in en kun je op een bank zitten tegen een van de vier grijze muren. Dan kijk je omhoog naar waar een kleine rechthoekige plaat uit het plafond is gesneden om de lucht zichtbaar te maken. Eigenlijk laat hij zien dat de natuur een kunstwerk is, als we ons daar maar bewust van kunnen worden. In een andere ruimte speelt hij met vlakken en kleuren, een soort oneindige kamer, enkel te betreden met sloffen aan. Het is niet goed uit te leggen. En foto’s mochten er niet gemaakt worden. Stiekem toch een paar keer geklikt.

Walter de Maria’s ‘Time/Timeless/No Time’ is een enorme granieten bol van ruim 2 meter in het midden van een enorme ruimte, omringd door 27 houten sculpturen bedekt met bladgoud. Het krijgt bijna iets heiligs want door het licht dat de ruimte binnenkomt, verandert het stuk elke keer dat je er naartoe of omheen loopt. Ook mooi.

Het Benesse House is museum en hotel ineen. Eveneens een Ando kunstwerk. Grote openingen die de natuurlijke omgeving verbinden met het strakke beton en de kunst: schilderijen, beeldhouwwerken, fotografie en installaties. Ook buiten is er nog van alles, inclusief een mooie zonsondergang op het strandje nabij. Ik kan me net aan beheersen om geen duik te nemen. De wandeling terug naar de B&B lijkt me echter een stuk minder aangenaam in half natte kleren en dus hou ik het braaf bij de voetjes in het water. Een mooi einde van de dag.

* er is momenteel een tentoonstelling van haar Nederlandse jaren ‘65-‘70 in het Stedelijk Museum Schiedam. Leuke ‘after party’ na thuiskomst. Ook draait dan Perfect Days, de nieuwste film van Wenders. Helaas slechts 3 sterren van the Guardian dus ik hoop dat ik Joris mee krijg… de Guardian recensies zijn heilig.

Plaats een reactie