zuihitsu vanuit de zeemeeuw

We stappen in weer een nieuwe trein. Deze keer in de nieuwe Kamome, ofwel, in de zeemeeuw. Hij is inderdaad wit. Smetteloos wit zelfs. In operatie sinds vorig jaar. Met 260 km per uur laten we Nagasaki achter ons en vertrekken daarmee weer van het op twee na grootste eiland, Kyushu.

Shinkansen, wat een feest elke keer. Het supersnelle, punctuele en bovenal veilige treinnetwerk waar de rest van de wereld jaloers op is. Het raast over de Japanse eilanden heen, deels via tunnels of viaducten en het netwerk is een belangrijke economische slagader van dit land.

Dat gezegd hebbende, China is momenteel het enige land dat de magneet(zweef)trein Maglev in commercieel gebruik heeft. De laatste testritten hier in Japan zorgden voor een snelheid van 500 km per uur. En ze hopen over een paar jaar een lijn gereed te hebben tussen Tokio en Osaka.

Tokio, de stad die maar blijft groeien in een krimpend land. Beide feiten zijn echter niet de bedoeling. De regering probeert met premies gezinnen uit de dichtbevolkte hoofdstad weg te lokken naar regio’s die nu minder in trek zijn. Sinds april dit jaar wordt er een miljoen yen (met de huidige koers zo’n 6000 euro) per kind uitgekeerd aan gezinnen die verhuizen uit de regio Groot-Tokio, daar waar nu zo’n 39 miljoen mensen wonen. Die financiële prikkel bestond al, maar werd april dit jaar verdriedubbeld.

Zo’n 1.300 gemeenten hebben zich reeds bij de regeling aangesloten en zullen dan de helft van het bedrag uitbetalen. Mogelijk werkt het, zeker nu thuiswerken ook hier iets meer ingeburgerd is. Ik bedenk me nu dat wellicht een aantal van de mensen die we gesproken hebben gebruik hebben gemaakt van deze regeling. Mooie basis om een nieuw leven te beginnen, bijvoorbeeld een koffiekeet op Teshima, zie een eerdere blog. Wel moet je het minstens vijf jaar volhouden in je nieuwe woonplaats, anders wordt het terugbetalen.

Volhouden is sowieso iets wat wel bij Japan hoort. Opgeven is geen optie. ‘Gaman’ – karakter tonen en doorgaan – is een belangrijk begrip in Japan. Mijn moeder zou zeggen: ‘niet piepen’. Nu zit er ver weg nog een Japanse lijn in onze familie dus wie weet is er een genetisch verband.

Deze reis zijn wij nogal vasthoudend (net iets anders dan gaman), onder andere in onze zoektocht naar lekkere koffie. Veelal met succes, iets waar we dan extra vrolijk van worden. En wij niet alleen. Vanmorgen bij vertrek hadden we nog wat tijd over. Laten we nu net een etalage passeren met allerhande croissants. Belangrijk detail wat niet onvermeld kan blijven (@wendy, let op!), het lijkt erop dat de crompouce via social media is gearriveerd in Nagasaki.

links onder, er is geen ontsnappen aan 🙄

Deze etalage blijkt van een Italiaans georiënteerd café te zijn. De Franse croissants zullen mogelijk een vorm van westerse fushion zijn, al zijn deze zoete variaties meer cornetti’s. Het is een café zonder klanten en met zeven man personeel. Midden tussen die zeven wachtende millennials staat een enorme La Marzocco koffiemachine dus onze verwachtingen zijn direct hoog gespannen. De bestelling – 1 espresso en 1 café latte – lijkt ons niet ingewikkeld, maar veroorzaakt toch verwarring. Maar liefst drie meisjes zijn er mee bezig en de sumātofon (is – en klinkt als – smartphone) wordt erbij gepakt. Ik denk dat de café latte de boosdoener is. Enfin, ze gaan aan de slag en we hebben inmiddels geleerd ons er vooral niet mee te bemoeien. Dat zou mogelijk tot gezichtsverlies leiden. Als we twee mooie, maar even grote keramieken kommen krijgen (ipv een klein en bescheiden espresso kopje) worden we toch een beetje achterdochtig. Het blijkt echter een driedubbele espresso te zijn. Het meisje kijkt gespannen naar ons wanneer we de eerste slok nemen. We lachen, knikken goedkeurend en steken onze duim op. Een zucht van opluchting ontsnapt. Ze lacht, vouwt haar handen en maakt een lichte buiging. Veelbetekenend kijkt ze haar collega en partner in crime aan. Het is ze gelukt! Wij blij, zij blij.

Daarmee lukt het hun weer om ons elke dag te laten verbazen. Ik bedoel daarmee; een ruime, luxe zaak op een middelmatig groot station met allerhande Italiaanse gerechten, notabene in het Engels geschreven op grote krijtborden. En toch blijkt onze bestelling een spannende uitdaging voor deze equipe.

De druk om het goed te doen, liefst perfect, voelt zwaar. Het start al op jonge leeftijd, vaak het enige kind dus geen broertje of zusje om de hooggespannen verwachtingen te verdelen. Er zijn reeds toelatingstesten voor de beste peuterspeelzaal en ik moet denken aan het piano spelende jongetje waarbij alles middels video en telefoon werd vastgelegd. Ik weet niet of het voor meisjes zwaarder is dan voor jongens, het lijkt er wel op dat het anders is.

De positie van de vrouw is sowieso een extra complicerende factor. Ik had het erover met Jen. Ze woont reeds 25 jaar in Japan en is heeft jarenlang executive search gedaan in Tokio. Diversiteit heeft hier nog een lange weg te gaan. Een hele lange weg… Het was – en is – een van haar grote frustraties. “Vrouwen moeten de kinderen opvoeden, mannen moeten werken.” Die culturele waarde lijkt nog steeds diepgeworteld in Japan. Het Womenomics plan van voormalig premier Abe heeft ook niet echt de geplande, en noodzakelijke, versnelling gebracht.

Denk dat we wel kunnen stellen dat Japan in het streven naar gendergelijkheid is achtergebleven bij andere grote economieën. Maar ja, in een land waar het in de keizerlijke dynastie (nog?) niet mogelijk is om een keizerin te hebben moet uiteraard nog veel gebeuren. Want al lopen er verhitte debatten en is er de manga ‘Princess Aiko as Emperor’, vooralsnog is ‘Aiko on the Throne’ nog geen gegeven. Opgegroeid in de Nederlandse democratische jaren zeventig ben ik echt verbaasd over de rol die vrouwen hier spelen. Of dat nu als keizerin is, binnen het gezin of in het management van een organisatie. Vorig jaar werden in Japan amper 13% van de managementposities door vrouwen ingevuld.

Ook equal pay heeft nog een hele weg te gaan. In het laatste global gender gap rapport (WEF 2023) is Japan wederom gezakt, ze staan nu op plaats 125 met slechts 21 landen achter zich. In een voltijdse baan verdienen Japanse vrouwen gemiddeld 74% van het loon dat een mannelijke collega voor dezelfde taak krijgt aangeboden. Overigens staat Nederland nu ook niet bepaald bovenaan in dit zelfde gender gap rapport, ik ben verre van trots op positie 28.

Premier Fumio Kishida verklaarde dat het aanzwengelen van het geboortecijfer de belangrijkste opgave is. Ouders moeten meer geld krijgen, de dienstverlening voor gezinnen moet worden uitgebreid en de Japanse arbeidswereld moet worden hervormd, zo klonk het. Echter, heel wat vrouwen zijn helemaal niet bereid hun eigen carrière op te geven voor kinderen. Soort catch 22. Diverse sectoren kampen met een aanzienlijk tekort aan arbeidskrachten. Voornamelijk als gevolg van het dalende geboortecijfer. De regering slaagde er weliswaar in om iets meer vrouwen tot de arbeidsmarkt te laten toe treden, alsmede oudere mensen langer te doen werken, maar dat neemt niet weg dat Japan het zonder buitenlandse gastarbeiders niet meer kan bolwerken. Tegelijk schuwen ze grootschalige immigratie en het is volgens experts erg onwaarschijnlijk dat daar op korte termijn verandering in komt. Deze deur staat nog maar op een kleine kier. Er dus zien we nu nog heel veel oudere mensen werken. Mensen die sowieso hun hele leven al zo veel uren gewerkt hebben.

gaman en karoshi

Er is nu wel een wettelijk plafond op overwerk. Maximaal 100 uren per maand. Uitzonderingen zijn er echter ook, de bovenste laag van de hoogst opgeleiden. Voor veel ‘veelverdieners’ gelden geen restricties voor ‘flexibele werktijden’ en Karoshi – dood door overwerk – bestaan nog steeds.

Ik zoek het een en ander op. Vorig jaar stierven in totaal 2.968 mensen in Japan door zelfmoorden die aan Karoshi werden toegeschreven, dat zijn de officiële cijfers waarbij het ministerie van Volksgezondheid Karoshi direct koppelt aan het aantal werkuren. De werkelijkheid is natuurlijk wel wat complexer en is ook een stuk lastiger te bestrijden. Ik denk dan meteen aan de strenge Japanse werkcultuur, waar niet alleen lange werktijden maar ook een enorme druk en een slechte balans tussen werk en privéleven de boventoon voert. De werkgerelateerde stress moet hier toch enorm zijn. Zeker met de sterke schaamtecultuur en het ‘gaman’ ethos.

Overigens scoren ze dan weer erg laag als het gaat om productiviteit. Dus die eindeloze lange werkuren zijn eerder een bewijs van toewijding en van solidariteit met het team. Het houd me bezig, we zien zo vaak mensen slapen in de tram, metro of trein. We spraken in Nagiso een Chinees / Indonesisch meisje. Zij werkt in Osaka en ze bevestigde de cultuur volmondig. Ook hoe moeilijk ze het vindt. Ze vertelde dat ze wel drie keer per week ‘s avonds mee gaat met een groep collega’s en dan wordt er echt stevig gedronken. Niet meegaan of niet meedoen is geen optie. Op een ‘normale tijd’ stoppen met werken is evenmin een optie. Kortom, een sociale druk die me niet gezond lijkt.

Het is de andere kant van Japan. De druk om het goed te doen. Zie ook het meisje van het Italiaanse café eerder vandaag. Ik voel me op mijn beurt af en toe een reus (ook nog eens met rugzak) die zo voorzichtig mogelijk door het land heen reist en onderwijl probeert de zo geliefde harmonie en gewenste orde niet al te veel te verstoren. Iets wat we eigenlijk sowieso al doen, simpelweg omdat we anders zijn en zoveel niet begrijpen. We doen echter ons best en hebben respect. Dit lijkt wederzijds te zijn en daarom is het reizen hier zo fijn.

mijn zuihitsu, zonder inemuri

Dit zijn zo de gedachten die ronddwalen terwijl we naar Osaka zoeven. Het zijn mijn zuihitsu’s: ‘losse notities’ of ‘notities met los penseel’, Allen zonder enige logica en ook niet chronologisch. Verre van zelfs want er volgen nog wat blogs over Nagasaki en andere stops.

Ondertussen arriveren we bijna op Shin-Osaka. Klaar voor weer een nieuwe stad. Naast me is Joris net gestart aan een kleine inemuri – ‘sleeping while present’. Hij doet het keurig volgens de regels, je moet namelijk wel rechtop blijven zitten terwijl je slaapt en dat lukt best aardig. De andere ‘regel’ is dat het geoorloofd is wanneer je keihard werkt. Sterker nog, het is een teken van toewijding. Ik weet zeker dat die omschrijving hem wel bevalt. Ik weet ook zeker dat hij, zodra weer wakker, verder gaat met het neuriën van het Osaka nummer. Zit al dagen in ons hoofd.

Plaats een reactie