
Vijf weken geleden waren we in dezelfde stad, we herkennen echter niets. Ander hotel in andere buurt. Het effect van een metropool.
Tokio station is druk. Net zo druk als Osaka station een paar uur geleden en inmiddels op 500 km afstand. In het zuidwesten, daar waar de mensen opener en toegankelijker zijn. Daar waar ze meer lachen. Aldus Jen, die hier toch echt al wel heel wat jaar verblijft. Ik geloof niet dat ik het verschil heb gemerkt, daarvoor zullen we toch echt veel langer moeten blijven, alsmede iets meer van de taal oppikken. Het is gek, maar als je er helemaal niets van verstaat en ook het schrift niet kan ontcijferen, dan gaat het letterlijk langs je heen. Je let op lichaamstaal en doet aannames. Héél veel aannames, want de vele mondkapjes zorgen voor een extra barrière. Deze zomer las ik een artikel in het NRC : vele redenen waarom er nog steeds zoveel mondkapjes worden gedragen, ook een aantal die ik niet had kunnen bedenken. Wel weet ik nu nog beter hoe belangrijk ogen zijn, want dat is wat er overblijft. Zoals de aardige dame die door Joris geholpen werd met haar bagage. Ze krijgt het stempel ‘aardig’, puur door haar ogen. Ze ‘lachen’ en kijken positief de wereld in. We zullen echter nooit weten waar ze naar toe gaat met die enorme hoeveelheid bagage.
We arriveren dus op Tokio CS en onze laatste overnachtingsadres wordt ingetikt in Google maps. Koko hotel, daar waar – als het goed is – een 50 jaar oud Seiko horloge met zegel op de achterzijde en Japanse datum op de voorzijde al weken in een envelop op zijn nieuwe eigenaar ligt te wachten. Best spannend, het hotel zelf inclusief kamer doet er eigenlijk niet meer toe. Het is slechts tien minuten lopen, dat wil zeggen, mits je aan de juiste kant van het station start. Dit laatste lukt dus niet altijd, we zien nu opeens de andere kant van het station. De honderd jaar oude rode bakstenen en de grote koepels. Vijf weken terug volledig gemist, zes jaar geleden eveneens. Valt toch op tussen al het beton en lijkt op Amsterdam CS, al zijn de architectuurkenners daarover verdeeld. Een artikel in het historisch nieuwsblad leert me dat het een mythe is en dat de wortels in Engeland liggen.
Wat ook de oorsprong moge zijn, de restauratie van dit deel van het station werd elf jaar geleden afgerond. Het heeft dus best even geduurd voordat de schade door de Amerikaanse bombardementen hersteld was. Vandaag de dag is het blijkbaar ook een populaire fotolocatie. We passeren een bruidspaar. Zij in een witte strapless jurk, welke elke 20 seconden omhoog gehesen wordt terwijl ze tegelijkertijd haar kersverse echtgenoot zeer duidelijke aanwijzigingen geeft omtrent houding en poses. Een vriendin of familielid laat – net buiten beeld – de sluier met een sierlijke zwaai keer op keer door de lucht zweven. Ze moeten het toch steenkoud hebben, de ideale foto heeft echter prioriteit. Omdat er continue mensen passeren (niet vreemd gezien de functie van het gebouw) staat er een soort verkeersleider bij – met neon verlichte stok – om de passanten in goede banen te leiden. Men heeft echter niet op die Nederlander gerekend, de man met de Fuji camera. Hij die zonder het door te hebben de ultieme foto van de fotograaf verpestte door precies op dat moment in zijn beeld te gaan staan. Denk dat de foto straks in ons eigen Japanse lakplakboek zit, inclusief een ‘door de wind’ zwevende sluier. Hier alvast de iPhone versie.

Er blijkt hier ook een soort retro modern universiteits museum te zijn – Intermediatheque – verborgen in een groot warenhuis in de Japan Post toren, die dan weer verbonden is met het station. Midden tussen een enorm arsenaal aan luxe winkels en restaurants is het zo ongeveer de laatste plaats waar je een museum vol skeletten, opgezette dieren, grammofoonspelers en andere curiosa en antiquiteiten verwacht. Het is een soort wunderkammer van alles wat de universiteit in de 19e eeuw heeft verzameld.

Wat me eigenlijk het meest intrigeerde waren de skeletten die zo mooi de evolutie van onze aap-voorouders naar mens laten zien. De steeds grotere skeletten en de kortere armen.
Er moet ook ergens een gemummificeerde Egyptische priester in een sarcofaag zijn. Die hebben we echter gemist, toen was mijn aandacht blijkbaar al bij de parfums die door de universiteit ontwikkeld zijn.
“Renka. A fresh gentle scent incorporating the mysterious and clean scent of the Oga Lotus that has awaken from a 2000-year sleep”. Ik ben verkocht. Mijn lief koopt.
We kopen ook nog wat Japanse boekjes, even verderop bij het Uzi Washi museum. Aldaar een enorme collectie antieke documenten en allerhande soorten papier. Echter zonder toelichting of vertaling en dus scharrelen we vooral rond in de bijbehorende winkel. Ik heb m’n zinnen gezet op mooi papier, passend bij de in Osaka aangeschafte Procyon platinum vulpen, met zorgvuldig uitgekozen inktpotjes. Geparfumeerde inkt, geurend naar “de zwartste geur van wierook, die de sfeer van het te schrijven boek creëert. Sumika. Geniet van het gevoel dat u krijgt van deze inkt”, aldus Google translate. Wederom geldt; ik ben verkocht. Die potjes zouden zomaar een verzamelwoede kunnen ontketenen. De omschrijvingen alleen al zijn geweldig, net als bovenstaand parfum. De manier waarop we geholpen worden is ook weer echt op z’n Japans. Zonder Engels maar vol aandacht, gebrand om het naar ons zin te maken. Zelfs het luxe verpakkingspapier mag worden uitgekozen en het inpakken zelf betreft het hogere vouwwerk. Hoe de pen echt schrijft is nog een verrassing. Welk gevoel we ervan krijgen eveneens. Meer dan een eeuw geleden startte Syunchi Nakata zijn fabriek met als doel om de beste schrijfwaren ter wereld te produceren. De verwachtingen zijn hooggespannen.

shinjuku-ku – kleurrijk kabukicho
We besluiten de reis af te sluiten met de beelden waar Tokio om bekend staat. Kabukicho in Shinjuku. Dat is van een hele andere orde dan ‘met de hand gemaakt papier’. Kabukicho is kleurrijk inclusief een rafelrand. Metershoge 3D neon reclame en een overweldigend nachtleven. Waar je ook maar kijkt zie je karaoke bars, clubs en pubs. Love hotels, bizarre thema cafés, louche massage salons en bomvolle straten. Toeristen, dronken zakenlui en waarschijnlijk in de nacht ook een goede selectie van het gespuis van de wereld. Als ze ergens zijn in Tokio dan moet het toch wel hier zijn, midden tussen al dit neon geweld.


Wanneer we langs de Toho bioscoop lopen – daar waar Godzilla dreigend bovenuit steekt, rook spuugt en met zijn klauwen het gebouw doorboord – zien we dat Wim Wenders Perfect Days* te zien is. Hoe gaaf is het om deze parel juist in Tokio te zien? Helaas betekent dat nog bijna vier uur wachten en dus besluiten we dit te bewaren voor na thuiskomst.
Om de cirkel rond te maken met de eerste blog van deze reis; de puzzelstukjes in mijn hoofd zijn nog niet allemaal gelegd. ‘It’s a complicated jigsaw puzzle’, dat is niet veranderd. Wèl een hele leuke ingewikkelde puzzel.
Lief Japan, dank voor te zijn (en te blijven) wie je bent. We komen terug om verder te puzzelen. Voor nu geven de Seiko’s aan dat het tijd is om terug te komen. Ja, ze lagen dus keurig op ons te wachten. Overigens nog een woord wat ik altijd verkeerd heb uitgesproken. sA-I-k-oh, met de klemtoon op de I.
さようなら (sayonara – tot ziens)
イベット Ibetto & ジョリス Joris

Nawoord 7 januari ‘24:
Vandaag hebben reddingswerkers een week na de aardbeving nog een negentigjarige vrouw onder het puin gehaald, er zijn nog ruim 200 mensen vermist. Het epicentrum lag in het westen, op het schiereiland Noto. Niet al te ver van Kanazawa. Moe en Chikako zijn oké, al zijn de naschokken nog steeds te voelen. Een slechte start van het nieuwe jaar. En ja, ik weet dat aardbevingen relatief vaak voorkomen in Japan, het land ligt nu eenmaal aan de ‘ring van vuur’, ’s werelds meest actieve geologische zone. Toch is het anders wanneer je er net vandaan komt. Wanneer het land nog diep in je zit en je elke avond nog flarden beeld ziet vlak voordat je in slaap valt. Fijn vind ik dat, een soort vertraagde transitie naar het leven van alledag. Mooie beelden, vreemde beelden. Een beetje zoals Hirayama in de film Perfect Days.
*Kôji Yakusho laat op een sublieme manier zien hoe Hirayama de schoonheid vindt in kleine dingen, iets wat voor mij ook echt verbonden is aan Azië en zeker aan Japan. De film is echt genieten; de sky tree continue in beeld, daar waar we begonnen, en zoveel kleine dingen die we herkennen. En dan de muziek… Patty Smith, Lou Reed… Oprecht een passende afsluiting en ik ben het niet eens met de Guardian. Voor mij is het vijf sterren. Ook denk ik dat de getoonde openbare toiletten straks een nieuw soort bedevaartsoorden zijn, inclusief een georganiseerde tour.
