verkenning van kolkata – geschiedenis, cultuur en contrasten

De drukst bevolkte stad van het heelal, aldus Henri Michaux (un barbare en Asia). Een kleine honderd jaar later snap ik waar hij aan refereert en geef ik hem mischien wel gelijk. Al weet ik dat het niet waar is. Gevoel versus feiten.

In dezelfde periode ontving Tagore als eerste niet-westerse dichter en schrijver de Nobelprijs voor de Literatuur. Kolkata is dé stad van deze Rabindranath Tagore. Hij die zowel het volkslied voor India als voor Bangladesh heeft gecomponeerd. Zijn dichtbundels zijn vast en zeker te vinden in de ontelbare boekstalletjes op en rondom College street. Al dan niet vertaald. Naast zijn werk kun je je hier verdiepen in vrijwel elke studierichting, de boeken liggen rijen dik hoog opgestapeld en de studenten scharrelen ertussendoor.

special coffee – special place

Nabij College street vinden we het iconische India Coffee House. Verstopt op de eerste etage, daar waar het al sinds de jaren veertig zit. Gestart als een staatskoffiehuis en men serveerde (en serveert) er goede koffie tegen een betaalbare prijs. De menu kaart vol vlekken biedt koffie ipv flat whites, de bediening loopt gesmeerd en de prijzen zijn 1/10e van de Starbucks. De traditie en nostalgie krijg je er als bonus bij. Ik lees dat de huidige ceo van de coöperatie hier 35 jaar in de bediening heeft gewerkt, ook hebben vele schrijvers hier hun bijbaantje gehad. Hier in Kolkata werd het al snel een belangrijke plek voor politieke en culturele discussies – lange adda’s tussen intellectuelen, dichters, schrijvers, (ex-)studenten, filmmakers en kunstenaars. In de jaren ‘50 / ‘60 vaak de start van bepaalde bewegingen en stromingen. Nu is het publiek gemixt met toeristen en andere nieuwsgierigen. Ook is de kaart iets uitgebreid zodat men financieel kan overleven, al lijkt de fried fish nog steeds een populaire keuze onder de vele Indiase gasten. Bijzondere combi met koffie. Temidden van al deze historie zijn wij er slechts een klein uurtje, we genieten van de atmosfeer terwijl de ventilatoren boven ons langzaam de lucht verplaatsen. Iets wat ze dus al tientallen jaren doen en waarschijnlijk ook nog wel even zullen blijven doen. Tagore blijft eveneens nog wel even pronken aan de muur. Wij zijn slechts passanten die koffie zonder fried fish bestellen.

de eerste en de oudste van India

We verplaatsen ons in deze miljoenen stad middels de uiterst functionele metro. Onze gastvrouw Sajni vindt dat echter maar niets, ze is duidelijk geen fan. Sterker nog, ze heeft er nog nooit gebruikt van gemaakt. En dat terwijl het de eerst aangelegde metro van India is en reeds 40 jaar het vervoermiddel is voor vele van haar stadsgenoten. Pioneer van het transport of niet, het zal met rang en stand te maken hebben.

We hebben een kamer in haar huis vol kunst en bij nadere kennismaking blijkt Sajni inderdaad een fervent verzamelaar te zijn. Zelfs in de hal van de flat hangt er het nodige werk. De bewaker zit er recht tegenover dus zal best oké zijn. Persoonlijk zou ik liever zien dat hij zich bekommerde om het nest pasgeboren kittens, in de hoek bij de trap tussen etage twee en drie. Ik denk dat ze slechts een paar dagen oud zijn en moederpoes is er vaker niet dan wel. Bij Sajni hoef ik er denk ik niet over te beginnen. Ze is vriendelijk, maar heeft een sterke, luide mening. Zo kunnen we beter niet ‘s avonds douchen, slecht voor de gezondheid. Daar denken wij toch echt anders over. Na twee dagen begrijpen we ook de andere reden voor haar opmerkingen, namelijk de correlatie tussen de herrie van de geiser nabij haar bed en het tijdstip van de door ons gewenste douche.

Haar huishouden wordt reeds 22 jaar lang gerund door Baleshwar. Ook deze lieve man probeert ons elke avond van ons idee af te brengen, waarschijnlijk om ‘mem’ te pleasen. Hij ziet drie keer per jaar zijn gezin, slaapt achter een soort luik in de gang (?) maar is ogenschijnlijk tevreden met z’n leven. Eigenlijk is het Baleshwar die de B&B runt. Hij regelt alles, en meer! ‘s Morgens slipper kapot, ‘s avonds gemaakt. Een sunny side up eitje bij het ontbijt, schone en werkelijk onberispelijk gestreken was (Joris loopt nu rond op gestreken sokken), oneindige hoeveelheden thee en ga zo maar door. Omdat onze douche nogal gebrekkig is – dus niet alleen ‘s avonds.. – worden we vrolijk doorverwezen naar de andere kamer. Terwijl ik daar m’n haren inzeep zie ik dat er eigenlijk allerhande privé spullen staan. Het blijkt dat die kamer ook verhuurd wordt.. tot zover de privacy. Maar goed, de haren zijn weer schoon en meer had ik niet te wensen.

We zitten net achter Park Street, daar waar de meer welgestelden bij Starbucks (by Tata Alliance) hun koffies bestellen en dit dan op insta plaatsen. Wij vinden de avond wandeling / food tour die we ‘s avonds met Avik ondernemen in het noordelijke deel van de stad veel interessanter. Niet alleen zijn de stops erg leuk en lekker, hij weet ook ontzettend veel te vertellen over de geschiedenis van Kolkata en we doorkruisen oude wijken en markten, allen onderdeel van het grote Kolkata.

het traditionele Kolkata

Het lijkt in dit deel een soort smeltkroes van verschillende culturen. Tempels, moskeeën en kerken staan naast elkaar. Een intrigerend kijkje in het dagelijks leven van de stad, daar waar we anders niet gekomen waren.

Onderwijl proeven we van alles in kleine, lokale restaurantjes en stalletjes ergens aan de rand van een straat. Plekken die hij reeds sinds zijn kindertijd kent en deels ook (lokale) heritage status hebben. Ieder met zijn eigen lokale specialiteit.

De Bengaalse keuken lijkt wat milder gekruid dan in het zuiden, iets wat ik alleen maar toejuich. Ook relatief veel vis (hilsa) en mosterd olie in plaats van ghee of room. We drinken de perfecte lassi bij een straatstalletje en eten even verderop natte en droge chaat. Een snack die je overal ziet en vaak een smaak explosie in je mond veroorzaakt. Meestal positief, soms iets minder. De kleine puri’s worden gevuld met gekruide aardappels en groenten, vaak afgetopt met sev (soort gefrituurde noedels) en allerhande kruiden. Je moet ze in één keer opeten en meestal staat er een groepje mensen rondom de verkoper terwijl hij continue ronddeelt totdat je genoeg hebt. Staat er niemand dan kun je waarschijnlijk beter een andere uitkiezen.

De natte versie vind ik iets lastiger om op te eten, maar wel lekkerder. Een mengsel van yoghurt en mint of tamarind chutney. Zoet, zuur, pittig. De pani puri’s laten we maar beter over aan de lokalen. ‘Gekruid water’. Klinkt als vragen om moeilijkheden.

We eten devil full eggs en prawn butter cutlet bij Allen Kitchen. Zo’n ‘gat in de muur’ plek die we anders zeker hadden overgeslagen, maar waar een hele historie achter schuil gaat. Een zekere meneer Allen is hier in 1882 z’n Indiase versie van fish & chips gestart. Hij verliet India na de onafhankelijkheid en volgens overlevering nam een van zijn werknemers, Jibankrishna Saha, de zaak over. Inmiddels zwaait de vierde generatie de scepter en er staat dagelijks een rij voor het mini tentje.

We proeven in Shyam bazar de mutton kosha bij Golbari, zittend op het kleinste bankje ooit, halen uien en groenten bhaji’s bij onderstaande meneer en lopen onderwijl door een mooi oud deel van de stad.

Direct achter de hoofdstraten en de markten is het verrassend stil. Daar hebben de bomen zich diep in het zandsteen genesteld, de laatste offers worden aan de tempelgoden gebracht en oude heren praten op zachte toon met elkaar terwijl de koeien sloom voort kuieren. Zelfs de honden zijn stil. We zien details die ver terug gaan in de tijd. Zoals houders waar voorheen de gaslampen aan vastzaten.

Avik vertelt en vertelt en vertelt. Ook over z’n roman die hij wil uitbrengen. Is hij een fantast, dromer of realist? Ik weet het niet. Na zo’n vier uur raakt ons hoofd echter vol, de maag zit dan sowieso al vol en de voeten worden moe. De dikke teen maakt bovendien overuren en dus schakelen we af.

We sippen nog wat bharer cha (gekruide melkthee in kleine wegwerp aardewerk kommetjes), bewonderen op College Square één van de oudste openbare zwembaden in Kolkata en sluiten af met een lokaal drankje. Pan Sharbat. Als ik het goed heb onthouden o.a. betelblad, rozenwater en munt. Door het verfrissende effect een typisch ‘s zomers drankje, handig voor die dagen dat het hier richting de 40-50 graden gaat. Nu echter alleen voor het lekkere, geen afkoeling nodig. De temperatuur is hier zelfs aangenamer dan in Mumbai (ongeveer zelfde hoogte maar 1872 km westelijker). De ’winter monsoon’ van Kolkata staat voor ons gelijk aan een fijne ‘zomer’ met zo’n 25 graden.

We verkassen dus weer richting Park Street, wederom met de metro. Avik gaat nog iets verder richting het noorden, richting Dum Dum. Mooie avond, veel geleerd. Het Ho Chi Minh-standbeeld lijkt inmiddels een symbool van het linkse verleden. De invloed van TMI lijkt te zorgen voor een balans tussen traditie en modernisering. Literatuur, kunst, theater en bezienswaardigheden zoals Victoria Memorial (daar waar we het veel te druk vonden) zullen vast en zeker blijven, maar daarnaast is er een duidelijke verschuiving naar de broodnodige economische groei. De stad heeft reeds verschillende IT-hubs en technologische incubators. Avik vertelde dat de Jadavpur Universiteit en de Universiteit van Kolkata de innovatie proberen te bevorderen. Duurzame energie en groene initiatieven zijn eveneens speerpunten. Er lijkt sowieso een actief beleid te zijn in heel India om duurzame mobiliteit te bevorderen. We zien deze keer al zoveel meer elektrische riksja’s! Daar moet toch veel subsidie en belastingvoordeel achter zitten, anders lukt dat niet in een land als India. Een goed aanbod van laadstations zal waarschijnlijk een van de belangrijkste factoren zijn in de mate en snelheid van adoptie.

Anderzijds zagen we vanavond ook nog een aantal hand-pulled riksja’s, met vracht of passagier. Bijna twintig jaar terug kwam er een verbod op deze vervoermethode, maar in Shyambazar, Barabazar, en Chitpur – het traditionele hart van Kolkata – zijn ze in de smalle straatjes dus nog steeds actief. De wagens lijken antiek en volgens Avik zijn er echt nog maar een vijftigtal over. De ‘loopjongens’ werken in de zomer op het land en komen in de winter naar de stad toe. Ze tonen tanig en gespierd, maar ook mager en vermoeid. Hard leven, er zal vast ook sprake zijn van sociale discriminatie.

de onbekende buren – waarschijnlijk ook een hard leven

Als we naar de hoofdstraat lopen passeren we iedere keer een prachtig – maar volledig vervallen – victoriaans 135 jaar oud huis. 

We spieken overdag over het oude ijzeren hek en er blijken nog mensen te wonen. We raken direct aan de praat met Deepak en zijn zus. Tezamen met hun 3 honden wonen ze hier reeds enkele jaren en we worden uitgenodigd hun schilderijen te bekijken. Ik kan het haast niet geloven. Ramen en deuren zijn er amper, lijkt meer een kraakpand, maar de muren hangen vol. Alles, maar dan ook écht alles, zit onder een dikke, aangekoekte, zwarte laag stof. Hoe kun je hier leven, overal vocht. Ze wijst echter vol trots naar de schilderijen. Ze zijn grotendeels van haar zwager. Er staat ook een kast vol relikwieën en ontelbare goden. Achter het dichte kastje staan de goden die slapen. Die mogen niet getoond of aangeraakt worden tenzij we volledig gereinigd zijn. Dat gaat met de slechte douche van Sajni niet lukken. Ze willen graag een foto met ons, de kast met de goden moet pronken op de achtergrond. Wat zijn ze aardig en bescheiden. Ze vertelt dat ze binnenkort gaan verhuizen, geen idee aan wie het huis toebehoord. Wie weet een ver familielid. We vertellen tijdens het ontbijt aan Sajni over het huis. Ze kan haast niet geloven dat er mensen wonen, laat staan dat we daar geweest zijn. Haar gezicht spreekt boekdelen; vreemde gasten.. En nee, de schilderijen aldaar waren geen Picasso’s look-a-likes en een stuk minder waard dan haar collectie, maar wat waren ze trots!

nieuwe huisgenoot

Inmiddels is ook Sajni’s vriendin uit Hyderabad gearriveerd. Haar tweede man is onlangs overleden. Desondanks toont ze een enorme kracht. Ze werd op haar veertiende model, heeft daarna een fashion imperium opgericht. Heeft 12 jaar in Canada gewoond waar ze haar (gescheiden) dochter heeft bijgestaan met het opvoeden van de kleinkinderen. Daar heeft ze allerhande baantjes aangepakt en de Franse taal geleerd. Nu is ze weer terug in India en heeft ze besloten haar passie te volgen. Theater. Ze speelt af en toe nog zelf, maar is nu met name producent van allerhande theaterstukken. De funding krijgt ze door producties rondom borstkanker te realiseren. Ook heeft ze nu de eerste transgender gerelateerde voorstellingen geregisseerd. Ze is 71 en lijkt nog lang niet klaar te zijn. En dat allemaal terwijl we gezamenlijk huisgemaakte appeljam op toast eten.

Andere art zien we op het kruispunt om de hoek. Nabij het populaire Peter Cat restaurant, daar waar ook wij in de rij staan voor een tafeltje. Een grote, kleurige straat tekening, midden tussen de gestalde brommers en de riksja’s. De letters ernaast laten niets te raden over. HELP ME. In hoofdletters. En dat kun je doen door hem te laten tekenen. Joris zit als model en men kijkt nieuwsgierig toe. Over kunst valt niet te twisten, over de prijs wel. Hij tekent als afronding het aantal gewenste roepies. We halen er simpelweg een nul af, hij opende de onderhandeling namelijk nogal opportunistisch. Na het betalen wordt Joris weer weggeveegd en gaat hij verder met z’n originele werk. Ook dat is de volgende dag verdwenen. Een extreme vorm van tijdelijke kunst.

Tja, wat doen we hier nog meer?

Ons verbazen over alle bruiloft bandjes die zich op Mahatma Gandhi Road straat verzamelen. De Calcutta band, de Bombay band, de India band, de Punjab band… Overal zitten mannen in glimmende pakken en gouden schoenen, te wachten op een gig.

Gewoon op de stoep, kleding hangt te drogen over de afscheiding in het midden van de drukke straat. Wat een armoede, uitkijkend naar wedding planners en bruiloften die hun broodwinning vormen. Sommigen houden hun instrumenten stevig vast, als het ware een verlengstuk van hun hoop. De vaak flamboyante bruiloften versus deze mannen, die in de schaduw van hun dromen leven. Ondertussen raast de stad door, in haar eigen hectische ritme. Schrijnend. En dan is het nog wel het bruiloft seizoen, hoe moet het er hier de rest van het jaar uitzien? Natuurlijk zien we maar een stukje en kennen we de context niet of nauwelijks, toch voelt het zo ongelijk, zoals zo vaak in de grote steden.

religieus spiegel paleis

Een tegenovergestelde rijkdom zien we in de Jain tempels iets verderop in de stad. Ze werden in 1867 gebouwd door de Jain-gemeenschap, een van de oudste en invloedrijkste religieuze gemeenschappen in India. Veel Marwari’s, afkomstig uit Rajasthan, hadden zich gevestigd in Kolkata, waar ze als handelaren hun fortuin maakten. Op het eerste gezicht is het veel bling bling, maar uitleg (al is het grotendeels in het Bengaals) helpt ons om wat meer details te zien.

Er is veel marmer, wat geassocieerd wordt met de puurheid in de Jain-traditie. Ook is er – en dat vonden we verrassender – veel Belgisch glas en enorme Murano lampen. Waarschijnlijk had de Britse aanwezigheid de nodige invloed op de lokale architectuur. Potpourri of niet, wanneer het zonlicht door de glas-in-loodramen valt is het een mooi lichtspel.

En dan is het alweer tijd om verder te reizen. Klein stukje slechts, naar Kalyani. Een noordelijk gelegen voorstad van Kolkata, maar het heeft zijn eigen identiteit als een zelfstandige stad binnen het grotere Kolkata-metropolitangebied.

De lokale trein vertrekt (zo goed als) op tijd en levert ons keurig af daar waar we willen zijn. Aldaar heeft men een rechtlijnige grid systeem inclusief sectoren en blokken bedacht, hetgeen verdere navigatie relatief eenvoudig maakt. Block B is ook goed te onthouden. Onze volgende stop in Bengalen.

Dum dum junction

Plaats een reactie