
hoe het begon – 20 jaar terug
Stel je voor: een gearrangeerd huwelijk, waarin de man, tijdens de voorbereidingen, besluit zijn baan op de theeplantage op te geven om eigenaar te worden van een jachthuis, verscholen in de natuur. Een jachthuis, gelegen in de deelstaat Odisha, een gebied dat twintig jaar geleden allesbehalve een populaire bestemming was. Zelfs de regio Dhenkanal, ooit deel van het oude Koninkrijk Kalinga en later de Bhoi-dynastie, was niet bepaald de plek waar men zich vestigde.
IT versus tea
Werken op een theeplantage bood weliswaar een bescheiden inkomen, maar ook veel voordelen: een mooi huis met personeel (een erfenis van de Britten), en een stabiel leven. Toch verruilden velen aan het eind van de jaren ’90, begin 2000, de thee voor de IT-sector, waar de salarissen aanzienlijk hoger waren en de kansen veelbelovender leken.
Voor Debjit nam het pad echter een heel andere wending. Toen zijn oudste oom overleed, ging het jachthuis over naar zijn vader. Deze voelde zich echter te oud om de verantwoordelijkheid te dragen. Debjit zag dit als een enorme kans, én als een verplichting. Voor hem was het eenvoudig: de familiegeschiedenis mocht niet verloren gaan.
Om een beter beeld te schetsen: het huis stond op dat moment al dertig jaar leeg, was in verval geraakt en door de jaren min of meer gekraakt. Er woonden allerhande mensen en een vage NGO die waarschijnlijk geld ontving maar zeer zeker helemaal niets deed. Allen dus zonder toestemming. De aangestelde manager ontving blijkbaar geen geld cq salaris van de vrijgezelle oom, dus ook hij deed al die jaren weinig tot niets. Kortom, heritage klinkt leuk, echter de realiteit was één grote puinhoop.
weet je het zeker?
Zoals het in die tijd ging (en waarschijnlijk nog steeds?) informeerde Debjit’s vader de toekomstige schoonmoeder over de gewijzigde plannen van zijn zoon. Z’n vader was daar overigens geen voorstander van, angstig dat het huwelijk zou worden afgeblazen. De keuze had tenslotte nogal wat impact op het toekomstige leven van Namrata. Een man huwen zonder baan en dus zonder vast inkomen, met daarnaast een onzeker bestaan in een verwaarloosd en vervallen huis waar amper in te wonen viel.
Namrata gaat echter akkoord, en daarmee gaf ook haar familie hun zegen. Ik vraag haar of ze echt de ruimte voelde om die keuze te maken. De grote loyaliteit richting haar ouders lijkt doorslaggevend te zijn geweest. De keuze om daadwerkelijk in het huis te gaan wonen werd min of meer voor haar gemaakt. Voorbestemd, aldus Namrata. De gebrandschilderde ramen van het enorme huis – de weinige die nog intact waren – deden haar denken aan het paleis van haar grootouders in Gujarat. Daar waar ze als kind zo graag was.

de hindoeïstische visie op bezittingen
Traditie en religie volgend behoort het huis en de omliggende grond eigenlijk toe aan de huisgod. De familie beheert het land en het huis niet zozeer, maar dient de god, die als het ware de eigenaar is. Direct naast het huis staat inderdaad een kleine tempel. En ja, twee keer per dag komt er een Brahman priester langs om de Puja ceremonie uit te voeren. Bloemen, vruchten, water, licht (diya’s), wierook en natuurlijk de luide bel. Dit laatste om de aandacht te vragen van de goden, de (goddelijke) energie op te roepen en eventuele negatieve energie te verdrijven. De Grama Devata – de huisgod – is in dit geval dezelfde als de huisgod van Namrata’s familie. Voor haar een teken dat het goed was om hier te gaan wonen. Het was tenslotte haar wens geweest dat de god bij haar zou blijven na haar huwelijk.
Tijdens de Puja komen de fysieke en spirituele werelden even samen. Nu, met wat meer kennis van de geschiedenis, vind ik het extra bijzonder dat dit nog steeds twee keer per dag gebeurd. Het geloof, de rituelen. Het even stilstaan. De rest van de dag is het namelijk vooral hard werken. Althans, voor hen. Ik zit slechts op een muurtje dit alles te vertalen van gedachten naar tekst en Joris is verdiept in z’n boek. De honden liggen bij ons, de vogels tsjilpen en de apen zijn er gelukkig niet.


fort van het bos – Kila Dalijoda
Namrata en Debjit trouwden in februari 2004. Vanaf het allereerste moment wilde Debjit zich echt vestigen in het huis. “Je plant een wortel, en die moet zich verder vertakken,” aldus Debjit. Ook om aan de omgeving te laten zien dat na dertig jaar verwaarlozing, het huis weer een actieve eigenaar had. Ondanks dat zo’n huis automatisch status geeft in de wijdere omgeving, zorgde hun aanwezigheid ook voor onrust en ongemak. Er woonden mensen die er niet hoorden te wonen en diverse, jarenlange rechtszaken volgden. Soms bleef de poort gewoon dicht. Ik kan geen grotere test voor een goed huwelijk bedenken. De stroomvoorziening was een ander probleem. De transformator voor de elektriciteit zat vijf kilometer verderop en in die vijf kilometer werd er dusdanig veel illegaal afgetapt dat zijzelf amper verlichting hadden, ondanks dat zij dus als enigen de rekening betaalden. Zie het maar te veranderen. Vandaag de dag zijn er bijna geen stroomstoringen meer. Enkel nog de bewust ingezette korte stops. Deze gebeuren wanneer de nabij gelegen kudde olifanten een punt passeren waar er nog stroomkabels zijn zonder bescherming. Het voltage wordt dan tijdelijk verlaagd zodat de kudde rustig en zonder stroomstoten kan passeren. Gisteravond was dus zo’n moment. Ik zat op het platte dak en kreeg tijdens de black out een prachtige sterrenhemel als bonus.
doorzetting en berusting – in balans
Sinds die eerste dag in 2004 hebben Debjit en Namrata geen vakantie meer gehad. Pas dit jaar is ze voor het eerst even met haar broer naar Jaipur geweest. Hun 15-jarige dochter zit inmiddels op de boarding school in Raipur. De vierde generatie in de familie, iets waar de school trots op is. Debjit heeft de familienaam ingezet om 50% reductie te bedingen, simpelweg omdat het koninklijke familiekapitaal grotendeels verloren is gegaan.
Ze willen het huis zoveel mogelijk opknappen met gebruik van originele materialen en tradities. Geen sinecure, zelfs niet nu ze 20 jaar verder zijn. Concessies moeten en moesten er toch gemaakt worden. Zo was er geen keuken. Deze was buiten de poort (waarvan de deuren nu nog van golfplaat zijn). In de tijd van Debjits (over)grootvader werd de buit van de jacht daar geslacht en tot maaltijd verwerkt, zodat de daaraan gerelateerde onzuiverheden buiten het huis bleven.
Ook was er geen eettafel, ondanks de immense rijkdom van die tijd. Eten op de grond symboliseert nederigheid en respect voor de aarde. Het respect voor de dieren was blijkbaar van een andere orde. Het huis lag toen ook nog midden in de jungle, waar ruim voldoende wild was om te jagen en te eten. Nu zijn er dorpen en is er landbouw, met grote waterbekkens voor irrigatie en kweekvijvers voor vis.
Inmiddels is er een keuken op het terrein, hoewel deze niet in het huis zelf is gevestigd. Ook is er een prachtige oude houten eettafel waar je met gemak met 12 man kan genieten van al het culinairs dat voorgeschoteld wordt.
Voor wat het wild betreft, er zijn nu nog een kleine honderd olifanten in de regio. Drie kuddes. Gelukkig zijn er beschermingsprogramma’s opgezet, zoals corridors, die de olifanten in staat stellen om veilig tussen de verschillende gebieden te migreren. Het lijkt me dat de nabijgelegen spoorwegovergang zeker niet een van die beschermde corridors is, wel staat er een waarschuwingsbord. Het zal hopelijk niet al te vaak gebeuren dat trein en olifant elkaar moeten passeren.

de torenkamer van kila dalijoda
Terug naar het huis. Daar waar wij vier dagen de beschikking hebben over de torenkamer met een heel dak als privé terras. Leunend over de dikke muur met thee uit een antiek porseleinen kopje en een groene ‘zee’ voor je neus. ‘s Avonds sterrenhemel met een slokje brandy en af en toe een uil in de boom. Althans, dat denken we te herkennen..
Veel romantischer kun je het niet bedenken. Afgeronde houten deurtjes en een goud geverfde rand in de muur gekerfd. Het is niet perse luxe, wel uniek en het eten is ronduit geweldig. De kok is de zesde generatie in de familie die voor Debjit’s familie kookt. Tradities worden hier duidelijk gehandhaafd en ze zijn inmiddels haast familie. Het is echter Namrata die bepaalt wat er op tafel komt. We hebben hier in totaal twaalf maaltijden gehad en buiten de vaste waarde van rijst en roti was er nooit een terugkerend gerecht. Lunch en diner brachten minimaal 4 tot 5 verschillende gerechten op de grote tafel. Ik denk dat ik nog ga dromen van haar tomaten chutney, de garnalen currie en alle aubergine en pompoengerechten. Zó rijk van smaak!
Langzamerhand worden ze steeds meer zelfvoorzienend. Hun grote wens, al moest hun melk bedrijf met 28 koeien gestopt worden tijdens de Covid, dus zelfgemaakte yoghurt zit er niet in. Keurend check ze de kwaliteit van de yoghurt voordat we het zelf mogen proeven. Kwaliteit boven alles.
familie historie – Singh Deo
Overal in het huis hangen prachtige oude foto’s. Elke foto heeft een verhaal. Alleen daarover zou je al een heel boek over kunnen schrijven. Beyond imagination.

We luisteren letterlijk uren naar hun verhalen. Ik had het moeten opnemen! Het begint dus bij Debjit’s overgrootvader. Hij was een koning in deze streek. Met de opkomst van het Britse koloniale rijk werd Dhenkanal echter een Princely State onder de Britse heerschappij. Zijn land werd opgeëist en daarmee was zijn macht grotendeels weg. De koning (en overgrootvader) had niet alleen weinig meer te vertellen, hij wilde niets, maar dan ook helemaal niets meer met de Engelsen te maken hebben. Zijn zoon – dus de grootvader van Debjit – besluit echter om jaren later een rechtszaak te starten. Verloren. Beroep aangetekend en een nieuwe zaak gestart richting de High Court in London. Gewonnen. Zijn theorie was dat het land zelf inderdaad aan de Engelsen was gegeven maar wat onder de grond zat – namelijk kolen – nog steeds van de familie Singh Deo was. Slimme man.
Hij had echter zelf niet de kennis om grootschalig kolen te winnen, iets wat de Engelsen uiteraard wel hadden. En dus ging hij werken met concessies voor exploitatie, uiteraard met voor hem aantrekkelijke percentages. Deze tweede slimme zet maakte de familie direct schatrijk. Exorbitant rijk. We zien een foto’s van een Rolls Royce en van grote banketten. We horen over Patek Philippe horloges (overigens niet conform traditie doorgegeven richting de volgende generatie, zo’n feit wat Joris de horloge fanaat natuurlijk weer weet) en over een eigen huis met privé ghat in Varanasi, alsmede een huis aan het strand in Puri en dus dit jachthuis. Gebouwd in 1930.
De mooiste foto vind ik de foto die in een tempel in Varanasi is gemaakt. Debjit wist ons erop. Zijn grootvader zit op een weegschaal en aan de andere kant van de weegschaal ligt zilver en andere luxe giften. Als je hoger in de Hindoe godsdienst wilt komen dan moet je een offer doen wat zwaarder is dan je eigen gewicht. Het is een prachtige foto en slechts zo’n 100 jaar geleden. De tempel is uiteraard nog steeds, wie weet zijn we er zelfs wel in geweest. Alles lijkt hier met elkaar verbonden te zijn.

old world charm
Ik loop hier nog maar eens een rondje om de vijvers nabij het huis. Het is geen slangenseizoen, iets wat het voor mij een stuk aangenamer maakt. Aan de overkant wordt de was gedaan, kleurige doeken liggen te drogen in de laatste zonnestralen. We hebben geluk. Sophie, de Engelse schrijfster en tijdelijke bewoonster van de andere toren kamer, zei dat het de afgelopen drie dagen non stop geregend heeft. Nu echter heerlijk. De dikke muren houden de warmte goed buiten, al schijnt het in de zomer wel een ander verhaal te zijn. Er hangen niet voor niets overal grote plafond ventilatoren.
Er wordt niet meer op tijgers gejaagd en de ‘rijkdom’ om het huis op te knappen moet verdiend worden met hard werken. Ze willen graag over een paar jaar ecologisch neutraal zijn en verbouwen nu al veel zelf. Odisha behoort echter niet tot de topbestemmingen in India en ze moeten het voornamelijk hebben van het winterseizoen met wat verdwaalde Europese gasten die buiten de gebaande paden gaan. De Indiase vakantiegangers gaan veelal naar het strand bij Puri en Amerikanen komen hier schijnbaar niet. Een mogelijke nieuwe doelgroep zijn vogelaars, iets wat ze nu aan het testen zijn.


het volgende hoofdstuk
Ze lijken tevreden te zijn met waar ze nu zijn, 20 jaar nadat ze hun (deels gearrangeerde) avontuur startte. Wat een verschil met de rijkdom van zijn grootouders, maar wat vertellen ze mooi over de historie en hun eigen avonturen. Zij maken samen weer een nieuw hoofdstuk in de familiehistoriek, al is het nog maar te bezien of hun 15 jarige dochter straks de benodigde ambitie heeft om straks het stokje over te nemen. Dat zal het nog te schrijven hoofdstuk worden.


Nawoord: bovenstaand is slechts een fractie en vereenvoudigde versie van alle verhalen die we voor, tijdens en na de gezamenlijke maaltijden hebben gehoord. Er is nog zoveel meer.. Echt een boek waard, of een bezoek…
Kila Dalijoda – te vinden op Airbnb of rechtstreeks via hun eigen website. Wij zullen de familie Singh Deo in ieder geval niet snel vergeten. Singh Deo – koning van de leeuwen. Voor ons zijn ze de koningen in het verhalen vertellen.