Bar dei Brutti of Bar dei Belli?
Ofwel: de Bar van de Lelijkers of de Bar van de Knapperds?
Beiden zitten letterlijk om de hoek, beiden zijn een instituut. Het verhaal gaat dat de eigenaren van dei Brutti een plek wilden creëren waar je gewoon jezelf kon zijn. Goedkoop bier en Spritz met plastic stoelen. Het lijkt te werken, want zelfs de stoep voor de bar van de lelijkers is elke avond afgeladen met studenten en andere levensgenieters.
Voor de ochtend ben je aangewezen op dei Belli. We vermaken ons met mensen kijken, want wat is schoonheid? Joris is als altijd milder in zijn oordeel dan ik, maar het is een mooi excuus voor een extra cappuccino.
architecturale lasagne
Buiten schijnt de zon en we lopen richting de basiliek van San Clemente. Van buiten niet heel bijzonder, een ‘gewoon’ mooie kerk, iets verderop staat het Colosseum te pronken en ik gok dan ook dat veel mensen er straal voorbij lopen. En dat is zonde, want binnen in San Clemente daal je letterlijk de geschiedenis in.
Begane grond: 12e eeuw (goud, pracht en praal, mooie mozaïek vloer). Trapje af: 4e eeuw (de eerste christenen). Nóg een trap af, dan inmiddels zo’n twintig meter onder de grond: 1e eeuw! Hier staan we in een donkere Romeinse steeg bij een tempel voor de zonnegod Mithras, terwijl we een ondergrondse rivier horen ruisen. Letterlijk drie werelden op elkaar gestapeld. Dat is Rome. En omdat de zon schijnt, dwars tegen de weersvoorspellingen in, gaan we voor de ultieme Romeinse lunch: een tafeltje in de zon, glas prosecco in de hand en het Colosseum recht voor onze neus. Soms is het cliché ook gewoon leuk.

pauselijke schuilsessie
Helaas. De laatste dag huilt de hemel, en flink ook. Het regent zo hard dat de ‘dolce vita’ even ver te zoeken is. We schuilen in Giufà Libreria Caffè, een links georiënteerd boekencafé waar we opwarmen met koffie en hartige taart met boerenkool – prima combi.
Tijdens een droog moment glippen we de Basiliek van San Lorenzo binnen, pal naast de enorme begraafplaats Verano en een van de zeven pelgrimskerken van Rome. Het zijn twee kerken die aan elkaar zijn geplakt. Naast de martelaar San Lorenzo ligt hier Paus Pius IX. Hij was bijna 32 jaar paus (een recordpontificaat) en een man met principes. Hij weigerde de pracht van het Vaticaan. Hij wilde rusten ‘bij de armen’. Zijn laatste reis was echter chaos: woedende republikeinen probeerden zijn kist onderweg in de Tiber te gooien. Nu ligt hij er vredig, maar ironisch genoeg alsnog omringd door pracht en praal. Zijn grafkapel is namelijk volledig bedekt met schitterende mozaïeken, gefinancierd door donaties uit de hele wereld als steun voor de paus die zijn macht was verloren.

proloog
Volledig verregend komen we terug in het appartement. We zijn er klaar mee, kiezen eieren voor ons geld en pakken mooi een Uber naar het vliegveld. Terwijl de ruitenwissers hard heen en weer zwaaien, besef ik me: dit weekend was een mooie trailer. Zeg maar de proloog van deze vakantie.
We steken straks de Middellandse Zee over. Van de zeven heuvelen van Rome naar de kust van Tunesië. We beginnen onze reis dus eigenlijk bij het begin: de ultieme derby van de oudheid. Rome versus Carthago.
De rivaliteit die de wereld 2300 jaar geleden veranderde. De eerste ronde (over zee) ging nipt naar Rome, maar de Tweede Punische Oorlog werd legendarisch dankzij één man en zijn ambitieuze plan. Hannibal. En voor iemand zoals ik, met een lichte fascinatie voor olifanten, spreekt zijn verhaal enorm tot de verbeelding.
Hannibal deed het onmogelijke: hij wilde over land. Spanje door, de Pyreneeën over, dwars door Gallië en toen, waarschijnlijk tegen elke militaire logica in, de Alpen over. In de winter. Met zo’n 40 olifanten; een mix van Noord-Afrikaanse bosolifanten en Aziatische kolossen (hoe hij die Aziatische exemplaren in 218 v.Chr. bemachtigde blijft een raadsel).
De tocht was een catastrofe. De meeste dieren bezweken door kou, honger of valpartijen en Hannibal arriveerde met één olifant. De schok voor Rome was er niet minder om: een olifant in de achtertuin…*
overigens ben ik van mening dat Carthago verwoest moet worden
De angst voor Hannibal zat er bij de Romeinen diep in. Senator Cato de Oude eindigde elk betoog, of het nu over graanprijzen of riolering ging, met dezelfde zin: “Ceterum censeo Carthaginem esse delendam” (“Overigens ben ik van mening dat Carthago verwoest moet worden”).
Zijn mantra werkte. Carthago werd uiteindelijk met de grond gelijk gemaakt, en niet op zachtzinnige wijze.
Wij gaan het hedendaagse Tunesië ervaren. Op zoek naar de schaarse sporen van de verliezer, want wat vind je nog terug als de winnaar het geschiedenisboek heeft geschreven?
*nawoord (op de vroege ochtend van 29 nov.)
Het liet me toch niet los: hoe zijn die olifanten in hemelsnaam de Straat van Gibraltar overgestoken? Ik heb vanmorgen de hulp van AI ingeschakeld, en wat blijkt? Mijn historische geheugen is toch echt wel slecht. Hannibal stak voor zijn tocht naar Rome het water tussen Marokko en Spanje helemaal niet over. Hij was namelijk al in Spanje… Zijn legendarische veldtocht begon niet in Afrika, maar in Cartagena. In het zuidoosten van Spanje, dat de Carthagers jaren daarvoor al hadden ingericht als basis. De olifanten waren daar in de jaren ervoor ‘gewoon’ per schip naartoe gebracht door de Carthaagse marine. Hij hoefde dus niet te varen, maar liep via de Spaanse kust omhoog.
Toch kwam hij alsnog een waterobstakel tegen: de Rhône in Frankrijk. Breed, diep en snelstromend, daar waar de olifanten doodsbang voor waren. Hannibals oplossing vind ik even geniaal als psychologisch. Hij bouwde enorme houten vlotten, maar bedekte deze volledig met een dikke laag aarde, gras en planten. Voor de olifanten leek het vlot hierdoor gewoon een stuk vasteland.
Twee vrouwtjesolifanten werden voorop gestuurd om de leiding te nemen, en de mannetjes volgden braaf het ‘land’ op. Zodra ze erop stonden, kapten soldaten de touwen door en sleepten boten het vlot naar de overkant. Grote paniek bij de dieren natuurlijk, en sommigen vielen in het water. Maar hier komt het mooiste detail (aldus chat GPT): olifanten blijken een ingebouwde snorkel te hebben. De dieren die in het water vielen, liepen over de bodem naar de overkant, hun slurf netjes boven het wateroppervlak houdend. Uiteindelijk haalden ze bijna allemaal de overkant, klaar voor de Alpen.
En hoe liep het af met die olifanten? Verrassend genoeg overleefden ze bijna allemaal de beruchte tocht over de Alpen. Toen ze in Noord-Italië aankwamen, waren ze weliswaar vermagerd en verzwakt, maar dus nog in leven. Ze hebben zelfs nog meegevochten in de eerste grote veldslag tegen de Romeinen (de Slag bij de Trebia).
De ellende begon pas ná die eerste veldslag want de Italiaanse winter bleek nat en ijskoud, en daar waren deze Afrikaanse dieren dan weer net niet tegen bestand. Door de combinatie van vrieskou, natte voeten (hoefrot) en uitputting stierven de dieren bij bosjes. Uiteindelijk overleefde slechts één olifant de hele expeditie. Surus (de Syriër) werd de ‘last man standing’ van dit onwaarschijnlijke avontuur en heeft nog jarenlang dienst gedaan als Hannibal’s persoonlijke strijdros, totdat hij uiteindelijk van ouderdom stierf.