… Dit was de vrolijke mededeling bij het begroeten van de in het korenbloemblauwe uniform gestoken steward en stewardess. “Komt mooi uit want dat is tevens onze bestemming vandaag”.
Verstrooid? Welnee.. Ik moet vreselijk lachen. Zij ook. Hijzelf gelukkig ook.
Sneller dan ooit waren we Schiphol doorgekomen en even vlot arriveren we op de Francisco Sá Carneiro luchthaven.
Het meest ingewikkelde van de dag was de date met de Uber chauffeur. Het leek dat we vlak bij elkaar waren maar er bleek een verdieping tussen te zitten. Communicatie… altijd belangrijk om de juiste vragen te stellen en je niet blind te staren op de technologie. Terwijl Joris en de chauffeur de communicatie in het Frans voortzetten geniet ik alvast van de eerste, of eigenlijk hernieuwde, Portugese beelden. Het is lang geleden dat ik in Porto was, benieuwd of ik veel herken, benieuwd of en wat er veranderd is.

Eenmaal bij de AirBnb staat João al buiten op ons te wachten. Vlak voor het wegrijden vist de chauffeur nog net de iPhone van de achterbank. Hetgeen direct een andere conversatie op gang brengt, namelijk die van sterrenbeelden. Mogelijk een tweeling, aldus de georganiseerde steenbok Joåo, is zijn vrouw namelijk ook. Correct… en ja, we kennen de verschillen.. maar al te goed zelfs.
Na de dus zeer gedetailleerde rondleidingen (want steenbok) door ons tijdelijke thuis kunnen we gaan en staan waar we willen.
Het is een leuk en best ruim appartement, inclusief klein balkonnetje met uitzicht op wilde groene tuinen die trapsgewijs omhoog lopen. De takken van de bomen buigen ver door, ze bezwijken bijna onder de vracht aan citroenen. Direct naast ons is een winkeltje wat het midden houdt tussen een delicatesse zaak en een mini supermarkt, hier kunnen we de citroenen kopen. Cash only maar we mogen op de pof. Daar weer naast een koffietentje / bakkerij / eenvoudig lunchtentje. Heel handig. Een pingo (= macchiato) voor € 0,80 en voldoende kleine gebakjes om de komende twee weken elke dag iets anders te delen. Mini terrasje voor de deur. Wat willen we nog meer?
Dit alles bevindt zich in de wijk Cedofeita, op mooie loopafstand van de waterkant en het drukke centrum.
Lopen lopen lopen dus – omhoog en omlaag, zo gaan we de 10 km per dag wel halen. En dat werd tijd, althans, voor mij.
Natuurlijk werk ik het grootste deel maar dan zijn er nog steeds de avonden en twee volle weekenden om in een heerlijke temperatuur door de stad te dwalen. En daar beginnen we dus maar direct mee.


Heel eerlijk, die eerste avond schrikken we een beetje van de drukte. Jazeker, de zonsondergang over de Douro, gezien vanaf de ijzeren dubbeldekkerbrug Dom Luis I, is prachtig. De brug zelf ook. Maar wát een mensen… We dachten dat er een festival gaande was aan de overzijde, eenmaal dichterbij blijkt het een park te zijn, vol met mensen die dezelfde zonsondergang willen zien.
Tja, wat bepaalt de grens tussen ‘gezellig druk’ en ‘te druk’?
De UNESCO erkenning van de, inderdaad prachtige én prachtig gelegen binnenstad, alsmede de titel Europese Cultuurhoofdstad – reeds in 2001, samen met ‘ons’ Rotterdam – hebben zeker aan de drukte bijgedragen. Uitbreiding van het vliegveld en de diverse low budget maatschappijen geven een extra zetje. Post COVID gedrag daar bovenop. De rivier, de oceaan, aangenaam klimaat, heuvels met fotogenieke uitzichten, historie en cultuur, de porthuizen. Het is ook waarom wij er zijn. We doen eraan mee.
En ja, natuurlijk geeft dit alles ook een stimulans aan stadsvernieuwing en biedt het een inkomstenbron. Niet alleen aan ondernemers maar ook aan inwoners die een deel van hun huis via Airbnb aanbieden. Ik lees er wat over. Venetianisering (zie ook de documentaire the Venice Syndrome, alweer ruim 10 jaar geleden gemaakt) lijkt hier nog niet van toepassing, druk vinden we het wel.
Toch… ook drukte went, bovendien hebben we de luxe dat we er wat langer zijn en dus kunnen we ruimschoots kiezen wat we wanneer willen zien. Kiezen is ook echt wel een noodzaak, alleen al de hoeveelheid kerken is immens. Braga mag dan wel het religieuze epicentrum van Portugal zijn, Porto lijkt me niet ver achter te lopen. We zijn niet op zoek naar verlichting, maar de ‘blauwe tegelkerken’ hebben zo hun eigen aantrekkingskracht.

De barokke Igreja de Santo Ildefonso is er zo goed als helemaal bedekt, fantastisch. Ze zijn geschilderd door de in Tangier geboren Jorge Colaço. Dezelfde kunstenaar die de azulejos maakte voor het vlakbij gelegen Sâo Bento treinstation. Al werden we hier vooral afgeleid door een van de bewakers. Een super afgetrainde body builder die van top tot teen getatoeëerd was. En dat kunnen we met zekerheid vermelden want hij liet trots de nodige foto’s zien, geheel ontkleed. De ruim 20.000 tegels met historische verhalen, taferelen en oorlogen moesten het even afleggen tegen deze hedendaagse body art. We kregen ook meteen, heel vriendelijk, het adres van de tattoo artist, mochten we interesse hebben.

De Kapel der Zielen (Capela das Almas, zo genoemd omdat het kerkplein lang dienst deed als begraafplaats) is ook van ‘top tot teen’ bedekt. 15.947 beschilderde tegels om precies te zijn ( inderdaad, niet alleen João is een steenbok), het werk van Eduardo Leite. Prachtig!
De kerken Igreja do Carmo en Igreja dos Carmelitas staan op een punt waar we met grote regelmaat langslopen. Elke keer weer even stoppen om te kijken. Elke keer zie ik iets nieuws. Ertussen ligt een 1 meter breed huis, Casa Escondida. Volgens overlevering gebouwd om te zorgen dat elk mogelijk contact tussen de nonnen van dos Carmelitas en monniken van do Carmo vermeden werd. Het kan natuurlijk ook om puur esthetische reden gebouwd zijn, om de kerken te verbinden? Het was in ieder geval een woning voor de kapelaans, ook vonden er geheime bijeenkomsten plaats tijdens de Franse invasie van Napoleon.
Bij de linker kerk – dos Carmelitas – kunnen we zo naar binnen lopen terwijl aan de rechterzijde een rij staat. De keuze is dan snel gemaakt. Verrassend mooie sacristie met geornamenteerd plafond, vreemd dat er weinig over geschreven wordt. Ook bijzonder is dat deze gratis toegankelijk is terwijl bij de buren entree wordt gevraagd. Met dank aan de bedelaar voor de ingang die ons tipte. Slim verdienmodel ook.
Naast de kerken en musea leren we al snel waar de leuke eettentjes zitten. We eindigen met regelmaat bij een Italiaans tentje in onze wijk. Nog erger, we bestellen daar elke keer hetzelfde: pasta tartufate, tortellini funghi speck met twee grote glazen Quinta das Corriças.

Favoriet meer richting het centrum is Taberna Cais das Pedra. Daar een fijn terrasje voor een wijntje met wat petiscos (Pe-Tea-Sh-Co); Chouriço assado, caracóis en ander lekkers. De slow cooked varkenswangen bij bar Rua (bochecha de porco preto confitado com gema de ovo e puré de batata) vinden we ook een omweg waard. Evenals de Pasteís de Nata van Manteigaria. Ze zijn overal, maar daar echt het lekkerste. De bekende Tripas à moda do Porto hebben we gelaten voor wat het is, evenals de ongelofelijk vet uitziende francesinhas. Denk wel dat we de enige waren want die zijn hier dus echt overal te verkrijgen.
En dan natuurlijk de Port. In overvloed te vinden, in overvloed gedronken, veelal gekocht in buurtwinkeltjes. ‘s Avonds met onze eigen mini glaasjes een portje langs de Douro, languit op de tegels in de laatste zonnestralen. Net buiten de drukte van het centrum terwijl je in de verte de buzz voelt en hoort. Heerlijk. Zo wil je elke werkdag wel afsluiten! De vele trappen terug omhoog bieden hoop op extra calorieën verbranding.



