confusing but intoxicating kyoto

Naast little Kyoto of the mountains – blijkbaar de bijnaam van Takayama – is er natuurlijk ook nog het echte Kyoto. Meer dan 1000 jaar de woonplaats van de keizer geweest en met ruim 2000 tempels en slechts 3 dagen lijkt keuzes maken essentieel.

Echter, eerste voorwaarde was m’n guesthouse te vinden. Kyoto Station is het hectische centrum waar alles lijkt samen te komen en aangezien mijn telefoon sinds enige tijd zo ongeveer elke WiFi verbinding als onveilig bestempeld, en dus consequent weigert, is het best even zoeken (iemand tips om deze instelling te wijzigen? Is misschien wel veilig maar ook onhandig). De hamvraag begint al bij het station, namelijk welke uitgang te nemen en waarheen te lopen? Uiteindelijk arriveer ik bij het juiste metrostation maar dan nog de laatste hurdle, ik herinner me dat het 8 minuten lopen was vanaf dit station maar wederom de nogal essentiële vraag, in welke richting? Niemand herkent het adres en even twijfel ik of ik wel de juiste stad met juiste guesthouse combineer maar dat lijkt toch te kloppen. Wanneer ik uiteindelijk heel even roaming aanzet om Google Maps te activeren word ik meteen weer afgesloten, max verbruik overschreden. Dat is snel, na 30 seconden.. handig! Na (te) lang dwalen en navraag bij blijkbaar de verkeerde mensen word ik gered door een meisje van een museum. Ze spreekt engels en inderdaad, de straat staat niet op mijn ouderwetse papieren plattegrond vermeld, wèl op haar Google Maps. Met een al even ouderwets kruisje op de kaart en de straten tellend kom ik er uiteindelijk. Dat was dus iets langer dan 8 minuten, maar goed, meteen iets van de stad gezien. Gelukkig was ik vroeg vertrokken en ben ik alsnog op tijd om het guesthouse te overtuigen me een benedenbed te geven. Slaapzaal oké maar die bovenbedden vind ik echt een gedoe. Ook hier trouwens best gezellige houten hokjes met een gordijntje, dus is prima te doen.

‘s Avonds presteer ik het nogmaals om te verdwalen, m’n richtingsgevoel laat me flink in de steek, gelukkig is Japan super veilig, dus in je eentje in het donker dwalen lijkt vooralsnog geen probleem. Wel een probleem was het stoeprandje wat ik over het hoofd zag, ik wilde nog even snel een sprintje trekken om het groene voetgangerslicht mee te pikken en ja hoor, ik lag weer eens languit. Elegance isn’t my second name. Ondanks de toch dikke jas flinke schaafwonden, ook de telefoon bleef helaas niet ongeschonden (ketjing, kassa), maar goed, had altijd erger gekund denk ik maar. Niets gebroken en onderstaand flesje bleek inderdaad desinfectiemiddel te zijn. Althans, het prikte.

Waar de 7-eleven al niet goed voor is. Is trouwens ook handig voor het pinnen van de nodige Yens. Vreemd genoeg accepteren de ATM’s van de banken geen buitenlandse kaarten, echter, die van de 7- eleven hebben er geen problemen mee. Je moet het echter even weten, de supermarkt is voor dit soort zaken toch minder logisch dan een bank.

Na al deze onhandigheid vond ik dat ik – juist nu – wel iets bijzonders verdiend had, en laat Kyoto nu vlakbij Kobe liggen. En waar staat Kobe bekend om? Juist ja, Wagyu beef. Mijn oordeel: super zacht en sappig, vol van smaak. Je merkt echt wel dat het kwaliteitsvlees is, gelukkig maar zou je denken. Maar of dit nou het ‘beste stukje vlees’ ooit was, vind ik lastig. Een goed klaargemaakt stukje kwaliteitsvlees is gewoon altijd lekker, krijg ik ook wanneer ik aanschuif in Oegstgeest (be prepared, ik kom tijdelijk vlakbij wonen..). Maar goed, het Wagyu vlees. Zouden ze hier nou ook die koeien masseren en naar klassieke muziek laten luisteren, of zijn ze alleen zo gek in Nederland? Ik denk het laatste.

Ik neem verschillende variaties, rauw met ei als een soort sushi en een paar stukjes gebakken. De chef raad als laatste aan een stukje met relatief veel vet te nemen. Dit eet je dan met azijn. Nu heb je wel eens van die elastiek achtige stukjes vet, maar dit smolt echt op je tong. Kortom, de schaafwonden deden opeens minder pijn. Ook het feit dat ik geen geisha had gezien – geen ‘echte’ dan – ondanks dat ik toch denk ik wel door elk straatje van Gion gedwaald had, kon gerelativeerd worden.

Wat heb ik dan wel gezien in Kyoto? Nou, nog best veel. Want buiten de vele geisha gerelateerde activiteiten, die ik links, of misschien wel juist rechts, heb laten liggen (wat een onzin, een geisha make-over voor zo’n 150 euro, al moet ik zeggen dat dit vooral wordt gedaan door de Japanners zelf, vriendinnenclubjes, of moeders met dochters) is Gion simpelweg ook erg leuk om doorheen te lopen. De kleine smalle straatjes, het vele houtwerk, de lampionnen, de machiya’s en de vele kleine watertjes. Allemaal leuk, mits je het op een wat onlogisch tijdstip doet. Of wanneer je dus verdwaalt en de bekende straten schijnbaar overslaat. Er is echt ontzettend veel cultuur en geschiedenis te vinden en het ‘oude Japan’ is dan zeker aanwezig, iets waar ik blijkbaar vooral naar op zoek ben. Wanneer je echter de meest bekende plekken gaat bezoeken krijg je te maken met de realiteit: héél veel – vooral Japanse – toeristen met evenzoveel selfiesticks.

Als je je echter over de drukte heen kunt zetten en er geheel zen tegenaan kijkt, dan is dat eigenlijk ook wel weer leuk en een attractie op zich. Ik kies drie bekende spots uit, trotseer de bomvolle treinen, ja ook op zondag, en vond ze alle drie dik de moeite waard. Natuurlijk zat het Sagano Bamboo forest in Arashiyama bij de keuze evenals de welbekende rode Torii gates (Fushimi-Inari Shrine).

Als avondwandeling kies ik de Kiyomizu-dera Temple, prachtig in de herfstkleuren en met een zonsondergang boven Kyoto als bonus.

Daarnaast vond ik het Philosopher’s Path een leuke route, alleen al voor de naam! Nishida Kitaro, een Japanse filosoof uit de 20ste eeuw, zou het pad dagelijks hebben bewandeld als onderdeel van zijn meditatie proces. Je kunt maar een greintje oppikken van zijn wijsheid en rust dacht ik zo… Gezien de vele kersenbloesem bomen langszij schat ik zomaar in dat het hier in het voorjaar een stuk minder rustig is maar nu, ‘s morgens vroeg, vond ik het heerlijk. Twee km slenteren langs een klein kanaal met veel vissen (zouden het koi karpers zijn geweest of is dat erg dom om te denken?) en de wat, relatief gezien, minder bekende tempels en schrijnen, maar ook met allerhande kraampjes met etenswaren nabij het zilveren paviljoen. Veel proeven dus. Mijn guesthouse lag overigens niet ver van Nishiki Market, een smalle lange straat met meer dan 100 shops en restaurantjes, ook wel bekend als “Kyoto’s Kitchen”.

Ook heerlijk doorheen gedwaald en met verbazing gekeken naar sommige producten. Zoals ik trouwens doe in de meeste landen, dus niks nieuws onder de zon. Liefst zou ik alles even willen aanraken en proeven. Ramen, udon, soba, somen, tsukemono, sushi, gyoza… Food addicted. Misschien moet ik er maar eens een aparte blog van maken zodat ik al die lekkere tentjes en gerechten niet vergeet. Overigens lijkt Starbucks zich aan te passen aan de omgeving, zelfs compleet met tatami kamers. Onderstaand filiaal ligt vlakbij de Kiyomizu temple en was ideaal voor een take away latte tijdens de weg omhoog.

Een gedachte over “confusing but intoxicating kyoto

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s