Munnar is een spontane beslissing, de bestemming zat niet verwerkt in enige planning, maar bij beide guesthouses kwam het ter sprake en omdat we toch niets vooruit geboekt hadden is het relatief eenvoudig om de oorspronkelijke bestemming Thekkady te vervangen.
Munnar ligt in de bergen van de Westelijke Ghats, nog steeds in Kerala en midden tussen koffie-, kardemom- en vooral theeplantages. Logisch gevolg van zo’n locatie is een rit vol bochten, maar met mooie doorkijkjes. Een bos van kokospalmen en her en der een waterval die zich van de steile helling af stort. Eenmaal gearriveerd kiezen we wederom voor een wat kleiner guesthouse. Buiten het centrum, met balkon en uitzicht over de vallei. Althans, mits we schuin naar rechts kijken, maar een kniesoor die daarop let. Prima kamer en bijzonder creatief aangaande het beddengoed. Heb ik eindelijk een laken (en ja, daar word ik blij van!), blijkt het een eenspersoonslaken te zijn wat ze in de breedte gebruiken. Opgemaakt lijkt het heel wat, maar eenmaal in bed mis je toch best een stukje in de lengte (en eigenlijk ook in de breedte). Voorzichtig en minder voorzichtig getouwtrek in de nacht is het gevolg. De koukleum wint. Ik dus.
Meteen om de hoek van het guesthouse reeds een en al theeplantages dus een tour hoeven we niet te boeken, gewoon een kwestie van rechtsom de bocht om lopen. Duizenden gesnoeide theestruiken bedekken de bergen en dalen zo ver ons oog reikt. Het lijkt wel een zachte muts in een golvende mistflard, waarin ik me altijd wil neervlijen, net als in de wolken. Ik weet het, een illusie. Munnars exportsucces, dat al meer dan een eeuw bestaat, is namelijk helemaal niet zacht. Thee. Tata-thee wel te verstaan, want dit megaconcern bezit alle theeplantages rondom deze bergstad. Eigenlijk bezit het hier alles, van arbeidershuizen tot ziekenhuizen en scholen. Het linkse front dat door de communisten wordt geleid heeft de grote eigenaren blijkbaar geen strobreed in de weg gelegd en dit Tata thee imperium lijkt niet onderworpen te zijn aan de anders zo consequent doorgevoerde landhervorming en nivelleringspolitiek. Iedereen die hier woont en werkt komt schijnbaar uit de naastgelegen deelstaat Tamil Nadu. Dit omdat de arbeiders uit Kerala allemaal lid zijn van de vakbond. Tussen de groene zee staat af en toe een witte theefabriek, de villa van een groothandelaar.
Terug naar ons guesthouse. Direct links, na de andere bocht, blijkt een klein theater te zijn, naast het winkeltje waar we de lokaal gefabriceerde chocolade kopen. Kwaliteit matig, maar toch beter dan een snicker, aldus het oordeel van de kenner (en licht verslaafde) naast me. De kwaliteit van de Kathakali voorstelling is echter boven verwachting. Het heeft veel gelijkenissen met het Japanse Kabuki. Wat lijkt die voorstelling in Tokyo alweer lang geleden. Toch nog geen twee maanden terug. Ongelofelijk wat er in de tussenliggende periode al niet gebeurd is.
Enfin, de Kathakali. Super leuk om achter de coulissen te mogen spieken naar de voorbereidingen. Niet dat men echte coulissen had, in dit geval was de afscheiding een eenvoudige houten en grotendeels afgebladderde schuifdeur met daarachter de kleed- en make-up ruimte ineen. Niks geen opsmuk, maar de transformatie die de heren daar creëren is indrukwekkend. Want ja, ook bij Kathakali enkel heren op het toneel. Ook ditmaal is de voorstelling een liefdesdrama en ook nu gaat het om de mimieken en de emoties die overdreven worden uitgebeeld. Ook nu loopt het niet goed af. Blijkbaar no happy endings bij deze vorm van dans en toneel. Niet in Japan, niet in India.
Direct na de voorstelling is er een demonstratie van traditionele vechtsporten, Kalaripayattu, en we besluiten te blijven zitten. Tegen (mijn) verwachting in ook heel indrukwekkend. Enorme lichaamsbeheersing en in een hoog tempo zien we een combinatie van zwaardvechten, rituelen en acrobatiek voorbij komen. Het team is zeker 10 man sterk en ze gaan een uur lang achter elkaar door. Knap! En dat in een klein onopvallend gebouwtje midden tussen de theeplantages. India blijft verrassen. Elke dag weer.
next destination
We besluiten vanuit hier de lokale bus te nemen naar Madurai. Verwarrende adviezen, maar we stappen uiteindelijk in de bus richting Theni, een plaatsje halverwege. Helaas zitten we redelijk achterin, hetgeen geen ideale combinatie vormt met de bochtige wegen door de bergen. Een licht misselijkmakend gevoel is het gevolg. Met ons meerderen, want we zien her en der plastic zakjes tevoorschijn komen. Vrouwen en kinderen eerst… OMG, Alleen het idee al. Gelukkig kan het raampje niet dicht dus voldoende frisse lucht, bovendien wordt het snel minder zodra de weg wat rechter wordt en we weer op vlakker terrein rijden. We maken een plan de campagne voor de overstap (de sterke muilezel en de vlugge verkenner) want er is niet veel tijd. Althans, wanneer we het schema moeten geloven. Iets wat mij dan weer wat onwaarschijnlijk in de oren klinkt. Een strak bus schema in India? Blijkt desondanks toch een slimme zet te zijn, want aan de andere kant van het busstation rijdt er net een bus weg. Rennen dus, we mogen nog net mee. Scheelt toch weer een uurtje of wat wachten. Puffend storten we neer in de ‘plastic fauteuils’, echt goed idee ook die zware kettingen (maar wat zullen ze ‘straks’ mooi hangen in het nieuwe huis, waarbij de aanduiding ‘straks’ overigens heel breed geïnterpreteerd moet worden).
Toch vind ik het altijd leuk, zo’n busrit. Kleurrijk en continue wel wat te zien. Anderzijds, na een paar uur wil je ook wel even verzitten en toilet stops zijn altijd een uitdaging. Nooit een stop wanneer ik dat nodig vind en als men dan stopt dan is er de uitdaging een enigszins fatsoenlijk toilet te vinden. In dit geval paar minuten lopen verderop, ergens achter een politie / grenspost. Je moet het maar weten. Ook is hier het begrip ‘fatsoenlijk’ net zo rekbaar als het eerder genoemde ‘straks’. Voor mannen is zo’n sanitaire stop toch altijd wat eenvoudiger. Die hebben zelfs tijd voor een koffie, wat dan weer mooie foto’s oplevert.
Ik weet het, ik zeg het vaker maar ook hier valt het me weer op hoe ontzettend vriendelijk en behulpzaam de mensen zijn. En… eerlijk. Onderweg naar het busstation in Munnar viel ongezien mijn tas uit de tuktuk terwijl we door de bocht gingen, daar waar echt alles van waarde in zat. Geld, paspoort, passen, iPad, iPhone etc. Gelukkig zag een jongen langs de kant het gebeuren en kon hij nog net iets roepen naar de chauffeur. Was toch wel een klein en vooral onhandig drama geweest.
Hoe dan ook, door de supersnelle overstap arriveren we voor het donker in de stad Madurai en vinden we een prima hotelletje vlakbij het treinstation, alsmede op loopafstand van de Sri Meenakshi tempel. Vooruit plannen heet dat.
We willen hier graag ook een stuk met de trein reizen en proberen reeds een paar dagen kaartjes te bemachtigen, iets wat maar niet lukt. Eindeloze online wachtrijen (iets minder goed vooruit gepland). Een bezoekje aan het station en het aldaar gevonden reserveringskantoortje zorgt echter voor wonderen. Ook daar laat het scherm de reserve rij zien, maar een magische druk op zijn entertoets geeft opeens 3 plekken voor ‘Special guests’. Positieve discriminatie voor toeristen. Onze zonnestand staat duidelijk goed, een wijsheid die we eerder hoorden en welke we direct toepassen daar wanneer het uitkomt. Iedere 2½ uur schijnt je humeur namelijk te veranderen door een veranderende zonnestand.
De man achter het loket is zo ontzettend trots en blij dat hij ons kan helpen, denk dat ook zijn zonnestand goed staat. Hij legt alles tot in detail uit – alsof we over een beneden gemiddeld IQ beschikken – en geeft tot slot ook zijn goddelijke button af die hij over zijn knoopje van z’n overhemd had zitten. De naam van de god is me ontschoten maar hij wordt trots vastgehecht aan Joris z’n overhemd. Kan nooit geen kwaad en blij als een kind met de tickets lopen we de stad in.
We hebben vandaag de deelstaat Kerala, bijgenaamd Gods own country, verruild voor de tempelstaat Tamil Nadu. Madurai mag dan bekend zijn door de Madurai Malligai (jasmijnbloemen), het is ook vooral een pelgrimsstad en de Meenakshi tempel steekt met z’n kleurrijke toegangstorens letterlijk hoog boven alles en iedereen uit. Volgens de LP is de Meenakshi tempel voor het zuiden wat de Taj Mahal voor het noorden is. De jasmijnbloem met z’n medicinale krachten is inderdaad eveneens vertegenwoordigd, heerlijk die geur. Het zou oa de hersenen rustig maken en helpt tegen stress en depressies. Fijn voor de goden, alsmede voor de minder goddelijke wezens.
De stad dankt zijn naam aan de legende dat er hier een druppel zoete nectar uit het haar van Shiva op aarde viel. ‘Madhura’ betekent in het Sanskrit ‘zoet’. Mogelijk is Madurai de oudste stad van Zuid-India, er zijn blijkbaar aanwijzingen dat hier 3000 jaar geleden al een nederzetting was. Vandaag de dag is het een stoffige, maar levendige, typische Indiase stad. Één grote bazaar, volgepakt met winkels, straatkraampjes en restaurantjes. Daartussen uiteraard vele rondscharrelende heilige koeien.
Schoenen worden op straat gepoetst en dan de tempel in. Niet dat het een met het ander verband heeft want daar natuurlijk de schoenen weer af te geven. Ze zijn in in ieder geval nu eenvoudig terug te vinden want veruit het meest glanzend van allemaal. Ook de nieuw aangeschafte camera mag niet mee. De controle is best streng. Heeft toch ook te maken met aanslagen en inderdaad liever een strenge controle en geen foto’s dan ongemakkelijk voelen in een menigte.
In dit megacomplex, met de verrassend hoge en kleurrijk gedecoreerde plafonds, vind ook elke avond de sluitingsceremonie plaats, ook wel de ‘going to bed ceremony’ genoemd. ‘s Avonds wordt het beeld van Shiva (in de gedaante van Sundareswarar, what’s in the name..) met veel tromgeroffel, muziek en wierook naar de slaapkamer van Parvati (in de gedaante van Meenakshi) gebracht. Als niet-Hindoe zijnde mogen we niet overal naar binnen, laat staan naar de slaapkamer, maar gelukkig verloopt de route langs het openbare gedeelte. Onderweg wordt hem koelte toegewaaid en krijgt hij van alles mee op zijn draagbaar. Beetje chaotisch maar bijzonder om te zien, vooral door naar de vele pelgrims te kijken. De nacht samen van Sundareswarar en Meenakshi is overigens is wel kort want elke morgen voor zonsopkomst worden ze weer gescheiden. Samen uitslapen is er duidelijk niet bij.
Meenakshi wordt trouwens veelal afgebeeld met drie borsten, de derde borst zou verdwijnen zodra ze de ware liefde tegenkomt. Dit zou dus Sundareswarar moeten zijn, maar ondanks de dagelijkse hereniging is de derde borst nog niet verdwenen.
Na diverse fotosessies en selfies (met hoeveel pelgrims kun je tijdens een tempelbezoek op de foto gaan? Veel, heel veel, bijna te veel) halen we onze schoenen en slippers weer op. Om te voorkomen dat je half Madurai op blote voeten moet doorkruisen is het essentieel om bij dezelfde gopuram te gebruiken voor entree én vertrek. Nu hebben ze allemaal legio kleurrijke beelden, ik ben dan ook blij met het bordje ‘west gate’ want mijn richtingsgevoel is niet altijd het vertrouwen waard. Zeker niet in zo’n enorme tempel.
Nadat de buiken vol zitten van allerlei chutneys, dosa’s, uthapams en natuurlijk idlis welke in een rap tempo op het bananenblad van de Murugan Idli shop worden geschept, is het enkel nog maar terug slenteren naar het guesthouse en languit in bed vallen. Pas dan bedenk ik dat we de tempel olifant hebben gemist. Morgen nog maar eens terug… een olifant zie je tenslotte niet zo snel over het hoofd zou je zeggen.