Via de inmiddels bekende blauwe bus, hier beter bekend als de ‘Volvo bus’, zijn we met een kleine vijf uur weer terug in Diu. De laatste busrit in India. Dromerig kijk ik naar de voorbijgaande beelden. Eindeloze katoenvelden, eenvoudige stoffige dorpjes, een paar kamelen, stadjes met markten en allerhande ijzerwaren shops.
Het lijkt voor mij een compleet andere route dan de heenweg, maar Joris herkent hotel Rolex, de naam intrigeert hem. Net wanneer we even doezelen lijkt de chauffeur hetzelfde te doen want hij mist een drempel. Iedereen komt los van zijn stoel.“Gods kanonne”, aldus mijn reactie, geluidsvolume net iets meer dan normaal. Iedereen kijkt me aan, van schrik de slappe lach, gelukkig lachen de meeste passagiers mee. De rest van de rit blijven we allemaal wakker, inclusief de chauffeur.
Blauwe beertjes en de overname van Diu
In Diu is ‘onze’ kamer keurig vrijgehouden. De roze lakenset is vervangen door baby blauwe beertjes en de achtergelaten muggen spiralen liggen al klaar, tezamen met de achtergelaten rugzakken. De was is gestreken, en ons restant stukje zeep ligt netjes bij de wasbak. Wat kun je nog meer wensen?
Nou… wellicht een iets rustigere nacht. Independence Day wordt gevierd met het nodige vuurwerk en de rest van de nacht zijn de honden van slag. Ze nemen duidelijk wraak en het lijkt een georganiseerd protest. Een blaffende serenade is het gevolg, de hele nacht door. Diu wordt overgenomen, zo lijkt het. Wanneer ik tegen de ochtend in slaap val is ook dat slechts van korte duur, dit omdat de naastgelegen school rond acht uur start. Vergelijkbaar met de naastgelegen crèche thuis in R’dam. Blije, praatgrage kindjes. Het blauwe beertjes kussen over m’n hoofd leggen helpt niet en dus is het een korte nacht, gevolgd door een vroeg ontbijt.
Blauwe vlag – het doel van Jignesh Die korte nacht zorgt er in ieder geval voor dat we ruim de tijd hebben om te relaxen op ‘t strand. In de schaduw van de parasol is het heerlijk, met af en toe een duik in de golven, wat een luxe. Ghoghla Beach is nog steeds rustig en schoon, we zien nu dat er zelfs toiletten zijn gebouwd. Ecologisch en ook deze zijn super schoon. Vergeleken met die van het restaurantje een waar feestje, daar wilde je niet zijn, hooguit bij extreem hoge nood. Joris besluit maar eens uit te zoeken hoe en wat en binnen een half uur komt de beach manager van het Ghoghla strand een babbeltje maken. Jignesh is apetrots op zijn 500 meter. Inmiddels heeft hij zelfs z’n territorium vergroot tot 800 meter strand. Het ultieme doel is het eerste officiële blue flag strand van India te zijn. Hij verwacht het certificaat binnen vier maanden te mogen ontvangen.
Ik had er nog nooit van gehoord, maar het blijkt dus een internationaal milieu-merk te zijn dat wordt toegekend aan stranden. Heb het even opgezocht, in NL hebben we 50 gecertificeerde blauwe vlag stranden, inclusief onze favoriete stranden. In India dus nog geen een, wat ook weer niet zo heel verbazingwekkend is. Enfin, Jignesh is gepassioneerd en vol vertrouwen. Of we terugkomen zodra de certificering een feit is? Dat gaat wellicht wat ver, maar we gunnen hem zeker zijn triomf. En wellicht nog meer alle hard werkende mensen binnen het project. De schoonmakers blijven maar doorgaan, nog even en het zand wordt gepoetst….
We blijven hangen en luieren tot na de zonsondergang, enige activiteit van de dag is wat zwemmen, lezen en curry met garnalen eten. Het leven kan intensiever zijn.
Terug krijgen we een lift in een open truck. We kruipen achterop, iets minder soepel dan de dames die zelfs nog hun sari’s, doeken en tassen bij zich hebben. Een windje over de zoute huid en het laatste beetje licht. Het enige wat we nog te doen hebben is wat soda en kaarsen kopen bij ons inmiddels vaste adresje; de vriendelijke man met de door de henna oranje gekleurde haren, zijn ‘hole in the wall shopje’ lijkt altijd open te zijn. Handig voor ons warhoofden die altijd wel iets nodig hebben.
India maakt ons leven verrassend eenvoudig. Mits de honden zich vannacht koest houden…