di 12 okt. Milano Porta Garibaldi – Paris Gare de Lyon 7u35m € 29,00 pp
sous le ciel de Paris
We arriveren laat in de avond, had onderweg nog wel wat berichtjes naar Jerome gestuurd om hem te informeren over onze aankomsttijd maar geen reactie mogen ontvangen. Gelukkig weten we zowel de weg als de deurcodes dus we staan vlotjes bovenaan de trappen voor de deur. Echter, terwijl we de deur openen horen we dat er geschoten wordt. Er zit bovendien iemand in de kamer. Alles in een fractie van een seconde maar alle drie zijn we toch wel even versteend. Ik nog het meeste. Het blijkt Jerome zelf te zijn, hij had voor het gemak zijn whatsapp niet bekeken, dacht dat we niet meer kwamen en had vervolgens besloten er zelf te gaan slapen, alsmede een good old Clint Eastwood film te kijken. De televisie stond op luid volume, ‘zo waan je jezelf in het wilde westen in plaats van 6-hoog la Bastille’. Midden in de beslissende scène kwamen wij dus de saloon binnenvallen, nog net niet te paard en via houten klapdeuren.
Na de schrik veel gelach. Het bed wordt snel opnieuw verschoond en Jerome verkast naar de andere ruimte. Wij nemen nog een klein slokje terwijl we over de daken van Parijs kijken. Van de vino superiores over naar les grands vins de France. Sous le ciel de Paris. Moeilijk kiezen, maar ik ga geloof ik toch voor de versie van Yves. Sorry Juliette. Sorry Édith. Of misschien gewoon alle drie de versies afspelen, met nog een extra glaasje.
De rest van de week is een combinatie van werk en vrije dagen. Op de werkdagen blijft de logistiek vaak een grotere uitdaging dan de afspraken zelf. Alleen al om elkaar te vinden op Gare du Nord. Die verschillende lagen zorgen bij mij voor verwarring, en daarmee ook bij mijn collega. Daarna was la Défense een appeltje eitje. En hoe fijn is het om weer face to face afspraken te hebben, om de sfeer bij een klant te voelen, al is het nog steeds met een mondkapje. Vervolgens zitten we ‘s avonds met collega’s in een bomvol Koreaans restaurantje, je zit daar echt bijna bij je buurman op schoot – zonder mondkapje. Tot zover de Covid logica. De bulgogi, samgyeopsal, kimchi en verwanten smaken er overigens niet minder lekker door. Het is er niet voor niets afgeladen.
Gelukkig had ik mezelf nog een vrije dag gegund waardoor we onszelf ook buiten de piektijden kunnen verplaatsen. Dus in plaats van de vroege en afgeladen metro richting kantoor stappen we fijn samen in een rustige metro richting het 20e arrondissement. Het is prachtig weer en doen een nieuwe poging om weer eens naar Père-Lachaise te gaan. Waarschijnlijk de meest bezochte begraafplaats ter wereld?
We lopen langs de mur des Fédérés, daar waar ooit bijna 150 aanhangers van de Commune zich uiteindelijk moesten overgeven en direct werden gefusilleerd. Vreemd gevoel dat een vredige begraafplaats ooit het toneel was van zware gevechten. Nu uitgegroeid tot bijna 70 duizend grafzerken waarvan velen de status historisch monument hebben gekregen. Het verplaatsen van (de stoffelijke overschotten van) Molière en La Fontaine in 1817 had duidelijk zijn uitwerking en maakte deze begraafplaats ongekend populair. Want wie ligt er nu niet begraven op deze rustplaats vol met kunstenaars, schrijvers en muzikanten? Edith Piaf, Marcel Proust, Jim Morrison, Karel Appel, Chopin, Oscar Wilde. En nog zoveel meer.
We hebben een beetje moeite met de digitale plattegrond, de paden lopen kriskras door elkaar en zijn, voor ons, allesbehalve duidelijk. Al snel geven we het op, ook zonder een bekende naam op de steen kunnen we genieten van de sfeer. Bovendien, daar waar groepjes mensen staan is meestal een bekend monument of grafzerk te vinden, zo simpel is het.

De zon schijnt zachtjes en de herfst begint kleur af te geven. De eerste keer dat ik hier was, was graffiti op begraafplaatsen blijkbaar populair. Je kon aan de hand van pijlen op stenen en grafhuisjes heel eenvoudig de weg naar (het graf van) Jim Morrison vinden. Geen plattegrond nodig, en zeker nog geen digitale versie beschikbaar. Ook het monument voor de Ierse poëet en schrijver Oscar Wilde was volgeklad. Van bewondering naar afgoderij? Ik weet het niet en begrijp het ook niet.

Het graf van Oscar Wilde heeft inmiddels een glazen omheining rond het grafmonument. De graffiti trend tezamen met de lipstick kusjes trend was teveel geworden. Alle lipstick en graffiti is er nu afgehaald. Niet dat het echt helpt, want nu wordt, zo te zien, nog steeds af en toe het glas gekust. Persoonlijk vind ik het een nogal lelijk massief monument. Juist daarom, en omdat het zo uit de toon valt, ben ik terwijl ik dit schrijf nog eens wat gaan googlen. Blijkt dat Jacob Epstein het beeld heeft gemaakt, zo’n tien jaar na de dood van de schrijver, dus inmiddels is het ruim een eeuw oud. Tijdens mijn zoektocht stuit ik op een grappig bericht, geplaatst op 2 oktober 1912 in de Vooruit, een socialistisch dagblad van onze Gentse zuiderburen.

Na allerhande protesten, petities en compromisoplossingen zoals een vijgeblad kon pas een kleine twee jaar later het zeil zonder verdere commotie worden verwijderd. Na veertien jaar daalde dus de rust over het graf van Oscar Wilde neer. Of eigenlijk relatieve rust, het monument werd in 1922 nog tijdelijk van een omringende schutting voorzien, als bescherming tegen handtastelijkheden. Vervolgens hebben in 1961 vandalen het beeld blijkbaar gecastreerd. Deze ontmanning wordt zelfs op Wikipedia vermeld.
Jammer dat ik dit later heb gelezen want ik had geen specifieke aandacht besteed aan de kroonjuwelen, die er overigens sinds 2000 weer zijn. Leon Johnson, een multimedia artiest heeft blijkbaar een zilveren prothese geïnstalleerd.
Voor wie ook meer wil weten, hierbij een link: https://www.dbnl.org/tekst/_yan001199101_01/_yan001199101_01_0029.php
Er zullen vast vele mooie verhalen over de andere grafmonumenten zijn. Maar we hebben nog een andere missie en dus slenteren we einde middag richting uitgang. We passeren en passant Chopin, zo’n mooie dramatische grafsteen! Al word ik altijd een beetje naar van het idee dat ze hem dan wel hier hebben begraven, maar zijn hart werd meegenomen naar Warschau alwaar het werd ingemetseld in een pilaar in de Kerk van het Heilige Kruis. Het idee dat je zonder hart wordt begraven…
Ons avondprogramma is van een geheel andere aard. Via lijn 3 en 9 gaan we naar het 16e arrondissement, naar Palais de Tokyo om precies te zijn. Joris heeft kaarten weten te bemachtigen voor de performance welke onderdeel uitmaakt van de tentoonstelling Natures Mortes. Bijzonder, want alleen de laatste twee weekenden in oktober wordt deze tentoonstelling tot leven gebracht. De rij om binnen te komen is minstens zo bijzonder. Samen met ruim 600 andere bezoekers staan we in een zich meermaals de-hoek-om-buigende rij tot we het statige kunstpaleis mogen betreden. ‘Congestion est un concept’. Het gebouw is gemaakt om kunstenaars een plek te geven om te experimenteren met hun artistieke geest, aldus de website. Nou, dan zitten we wel goed met Anne Imhof. Skaters tussen de marmeren beelden, brullende crossmotoren bij de ingang. Gelukkig geen Dobermanns zoals bij een van haar eerdere tentoonstellingen.

En als we dan eenmaal binnen zijn weten we eigenlijk niet wat te doen. Lichte verwarring over waar de performance zich precies afspeelt, het publiek is hier evenzeer toeschouwer als onderwerp, dat is ons al snel duidelijk. Onder steeds luider wordende gitaarmuziek schuifelen we maar mee met de meute, naar beneden, de enorme ruimtes in. Op de wand is levensgroot een film geprojecteerd van een hond die in een draf richting de uitgang rent. Is dat een tip? Nee, we lopen braaf de menigte achterna, zo nu en dan een glimp opvangend van het gebeuren. Nogal ongrijpbaar, overal is wel iets gaande, maar wat precies.. Niet echt te beschrijven ook. Het zijn verschillende intense, beetje sinistere performances die het midden houden tussen een modeshow, een dansvoorstelling en een rockconcert. De dansers en modellen (of zijn het performers? ) spreiden zich uit over de verschillende ruimtes, rennen soms opgefokt rond maar meestal gaat het in slow motion, met elkaar verbonden.


Eliza Douglas – de partner van Anne – lijkt de hoofdrolspeler. Tergend langzaam klimt ze op relingen, hoog boven ons uit, alwaar ze dan in een granaatappel bijt. Het rode sap druipt langs haar half naakte lichaam terwijl ze desolaat en afwezig lijkt, volledig disconnected, gelijk aan de andere performers. Anderzijds staan ze via hun telefoons in continue contact met de mede performers, wat bij mij ook een soort rusteloosheid en opgejaagd gevoel veroorzaakt.
De androgene grunge look, inclusief t-shirts met, in bloeddoorlopen letters, teksten als ‘House of pain’ erop en een beat van een speed metal drummer die ergens verderop op een podium staat zorgt er wel voor dat je alert blijft. Berlijnse onderwereld in Parijs? Om elke hoek is een nieuw scenario.

Ondertussen lopen we door een soort glazen labyrint, opgebouwd uit met graffiti versierde semi-transparante gevelpanelen van een gesloopt Italiaans kantoorgebouw. We zien een vaag spiegelbeeld waarop het onmogelijk scherpstellen is, dat is misschien wel de beste omschrijving van het hele gebeuren. De kale matrassen die her en der verspreid liggen en waarop af en toe een danser beweegt, of niet beweegt. De schermen met filmprojecties, direct naast grote glanzende doeken van onder andere Sigmar Polke.

Palais de Tokyo gaf Imhof ‘Carte Blanche’ en zij mocht de ruim 13.000 m2 geheel naar eigen inzicht vullen en gebruiken. Nou, dat heeft ze gedaan. Alle zintuigen werden geprikkeld. Maar wat ik er nu echt van vond? Ik weet het nog steeds niet. Het was een constant gevoel iets te missen versus een gevoel ‘wat doen we hier eigenlijk’. Wanneer we echter uit de live performance weg lopen er is direct een fijne rust, blijkbaar komen de meeste mensen voor de actie.

Achteraf lees ik het volgende: ‘de tentoonstelling wordt tot leven gebracht met een performance waarin de isolatie en desoriëntatie van het gedigitaliseerde en gemedialiseerde leven voelbaar zijn.’ Daar kun je toch ook weinig mee zou ik zeggen. Al herken ik zeker wel de desoriëntatie, het willen begrijpen is iets wat je duidelijk niet moet doen.
We sluiten deze bijzondere dag af bij ons favoriete restaurantje, kan nog net voor sluitingstijd. Een bord vol met my guilty pleasure, deze keer met een heerlijke Vieux Pineau des Charentes – Groussin réserve privee.

En met deze verrassingsavond komt er een einde aan een fantastische zes weken durende reis. Station to station. Elke dag anders. Het verlate vieren van mijn 50ste levensjaar. Startend met een pop up party bij de oesterbanken te Yerseke. Eindigend met de Duitse Anne Imhof in het door ons zo geliefde Paris. Daartussen Italië en vooral Sicilië. Veel geleerd. Een lach, een traan, verwondering en bewondering. Maar bovenal Liefde. Met een hoofdletter.
Een laatste drankje op ‘onze’ zolderkamer, de balkon deuren open, de dekens hoog opgetrokken.
Sous le ciel de Paris
S’envole une chanson
Elle est née d’aujourd’hui
Dans le cœur d’un garçon
Sous le ciel de Paris
Marchent des amoureux
Leur bonheur se construit
Sur un air fait pour eux
Naschrift:

Terwijl we na een luie ochtend van Gare du Nord weer naar R’dam du Nord reizen kijk ik m’n aantekeningen door. Ik heb ergens neergekrabbeld :
Niets om spijt van te hebben –
Nessun rimpiano, nessun rimorso.
Nu weet ik toch echt niet meer in welke context ik dit wilde plaatsen, ook de herkomst ben ik kwijt. Daarom lijkt het me maar het beste om het als een samenvatting van de reis te gebruiken.
Nessun rimpiano, nessun rimorso – anzi, posso consigliarlo a tutti!