le sorprese del mio amore – milano

28 januari – de jaardag van mijn vader. Hij zou dit jaar 85 zijn geworden. Helaas reeds 37 jaar slechts een herinnering en een datum zonder feestje. Wel meestal met een goed glas wijn, proostend op het leven. Het is dat ik niet rook, anders zou ik er een Gauloises bij opsteken. Zonder filter – meer jaren ’70 / ’80 kun je het niet maken. Meer ‘Frans’ ook niet.

Joris had reeds maanden terug een lumineus idee voor deze dag. Hij had gespot dat het controversiële balletwonder Sergei Polunin in Milaan zou optreden. Nadat we 6 jaar geleden de film Dancer hadden gezien was er een zaadje gepland. Ik zou heel graag nog eens een live performance van hem willen meemaken. De combinatie met Italië is dan natuurlijk helemaal geweldig.

Enfin, kaarten geboekt, vlucht en hotel erbij en verder geen aandacht meer aan besteed, zoals dat gaat. Hadden we dat laatste nu maar wel gedaan. Nu deden we dit pas toen er een Italiaans bericht van Teatro Arcimboldi in de inbox verscheen. De voorstelling was geannuleerd en wel om goede redenen. Wat artikelen komend van de ‘heilige’ Guardian geven vlot inzicht in zijn grilligheden, verslavingen en uitdagingen. Het moge duidelijk zijn dat we de commotie volledig gemist hadden, inclusief zijn drie tattoo’s van Poetin. Benieuwd of de Anton Corbijn docu nog afgemaakt wordt, maar in ieder geval dus geen optreden in Milaan.

Tja, wat doe je dan? Dan vervloek je jezelf dat je de goedkoopste – niet annuleerbare – vlucht optie hebt gekozen en tegelijkertijd voel je je echt ontzettend dom omdat je het enfant terrible van het ballet niet iets beter gevolgd hebt. Gelukkig heeft Milaan meer te bieden en Joris belooft er een verrassingsweekend van te maken. What more can you wish for?

En zo gebeurt het dat we alsnog met één van de oranje vogels vanuit vertrekhal drie vertrekken. Om vervolgens aldaar middels metro en trein vlotjes bij de geboekte studio te arriveren. Laiza heeft me een uitgebreide instructiemail gestuurd om binnen te geraken, inclusief een te vinden envelop waar dan weer sleutels en verdere instructies in moeten zitten. Soort cryptisch raadsel a la Leonardo met als extra element een bijna lege telefoon. Het zit echter allemaal mee en nog geen 30 minuten later wordt er een Lacryma Christi ontkurkt, geadviseerd door de vriendelijke ober van het restaurantje nabij. We proosten dus met tranen van Christus, komend van de Vesuvius vulkaan, gecombineerd met een melanzane alla Parmagiana. Benvenuti in Italia.

Vervolgens starten we zaterdagochtend extreem lui, we zitten gewoon té lekker bij Made in Sicily. Op een barkruk bij het raam, in het zonnetje. Met een goede macchiato en de niet verantwoorde maar oh zo lekkere cornetto al pistacchio. Dit tentje – bomvol met zoete verleidingen en leuke buurtbewoners – blijkt op slechts 150 m van onze studio te liggen. Tevens en route voor het metrostation waar de paarse lijn M5 ons vervolgens richting centrum brengt. Off we go!

sorpresa numero uno

De verrassing van de dag is namelijk het Palazzo dell Ambrosiana. Kwestie van uitstappen bij de Duomo – blijft altijd indrukwekkend – links aanhouden en je bent er. Zo centraal gelegen en toch nog nooit geweest. Leuk!

Gewapend met een tablet vol informatie en ieder een oortje dwalen we ruim vier uur lang door het gebouw. Dwalend, maar wel als een Siamese tweeling want het draadje van de oortjes is beperkt van lengte.

Zowel het gebouw zelf als de collectie van de Pinacoteca is indrukwekkend, alles is prachtig uitgelicht. Er zijn drie keuzes op de tablet; minder dan een uur, een uur, of langer dan een uur. Het is duidelijk dat we voor de laatste versie gingen, en dan nog hebben we niet alles bekeken. De immens grote cartoon van Rafaël, de School van Athene, vond ik echt geweldig. Zóveel details. De ruimte, Sala Raffaello, werd na de restauratie door een architectenbureau opnieuw ingericht. En hoe. Heel gaaf hoe ze middels multimediatools toelichting en achtergrondinformatie verschaffen. Wel drie keer geluisterd. Elke keer ontdek je weer iets nieuws terwijl je van heel dichtbij de precisie van de houtskoolstreken en de afgebeelde figuren kunt bekijken. Gemaakt als voorbereidend werk voor de Stanza della Segnatura in het Vaticaan en nu dus een kunstwerk op zichzelf. Er is in deze zaal tijdelijk een extra tentoonstelling: eenentwintig stuks sieraden welke overeenkomen met de eenentwintig personages uit dit beeldverhaal van Rafaël. Ik moet zeggen dat dat mijn inlevingsvermogen enigszins te boven ging, dacht in eerste instantie dat de zaal gesponsord werd door deze ‘jewels by Giulio Manfredi’, hetgeen wellicht al voldoende zegt.

In andere zalen en corridors geen juwelen, wel stillevens van Caravaggio, Botticelli en andere meesters. Deze Pinacoteca werd al in 1618 opgericht door kardinaal Federico Borromeo, met als doel om toekomstige studenten te inspireren. Inmiddels is de collectie uitgegroeid tot 24 zalen vol kunst. Als laatste arriveren we in de 17e-eeuwse leeszaal van de bibliotheek. Dit wat de trigger voor dit bezoek. De Biblioteca Ambrosiana was namelijk een van de eerste openbare bibliotheken in Europa. Ik ben gek op oude bibliotheken en bijzondere boekenwinkeltjes. Hier in deze zaal kun je onder andere de originele tekeningen uit de Codex Atlanticus van Leonardo da Vinci vinden. Daarnaast schijnt de totale collectie meer dan een miljoen gedrukte boeken, 40.000 manuscripten (waaronder dus de Codex Atlanticus), 12.000 tekeningen en 22.000 gravures te omvatten. Wat een historie, geweldig! Het enige wat het gebouw mist is een cafeetje voor een koffie, hoe lekker zou dat zijn, als tussenstop tussen al dat moois. Oh, en een garderobe, staat ook op het praktische wensenlijstje.

Vandaag is ook de crypte van San Sepolcro geopend. Omdat het een halve eeuw gesloten is geweest (om vervolgens dicht te gaan voor restauratie) vinden we het eigenlijk niet kunnen om het over te slaan en dus dalen we nog even de trappen af richting deze middeleeuwse ruimte van diepe Heiligheid. Deze crypte werd gekozen door St. Charles Borromeo voor zijn persoonlijke plaats van gebed. Standaard elke woensdag en vrijdagmiddag, maar het was blijkbaar niet ongewoon dat hij hele nachten doorbracht in wat hij zelf “de sportschool van de Heilige Geest” noemde, in aanbidding bij het graf van Christus. Althans, bij het beeld daarvan. Inmiddels staat er een, vrij lelijk, polychroom terracotta standbeeld dat dus deze heilige Borromeo knielend voor de sarcofaag afbeeld.

Ook zien we hier een van de oudste overblijfselen uit de geschiedenis van de stad, Het plaveisel, grote platen witte “Verona”-steen, is afkomstig van het oude Romeinse forum, 4e eeuw. Daar waar alle belangrijke burgerlijke en religieuze activiteiten plaatsvonden. Ik moet eerlijk zeggen dat we er wat oneerbiedig over heen lopen, ook de fresco’s krijgen niet de aandacht die ze verdienen. Na deze uren van kunst willen we simpelweg de buitenlucht in, én een koffie. We zijn tenslotte in Italië, daar waar ik zelfs macciato bestel, zonder het woord latte ervoor te noemen.

De volgende stop is spontaan, maar bleek achteraf op zijn ‘geheime to do’ lijstje te staan. We lopen de Santa Maria presso San Satiro in, gelegen in een van de zijstraatjes nabij het Domplein. In de renaissance, ergens rond 1480, werd deze Mariakerk toegevoegd. Nu beroemd om zijn, toch wel redelijk ingenieuze, schijnarchitectuur van het koor door Donato Bramante. Tijdens de bouw van de kerk bleken de ruimteomstandigheden beperkt en daarmee problematisch. Door een hoofdstraat achter de kerk was er simpelweg te weinig ruimte voor de bouw. Het koor moest daarom in lengte worden ingekort, waardoor de kerk er merkwaardig verkort uitzag. Om dit obstakel te verwijderen, creëerde Bramante hij een fantastische optische illusie, een geschilderd perspectief. Waarschijnlijk een van de eerste voorbeelden van trompe-l’oeil. Als je de kerk binnenkomt zie je dus een veel diepere ruimte dan in werkelijkheid het geval is. Deze illusie verdwijnt zodra je van de hoofdas weg loopt. Maar zodra je weer op de as staat, is hij weer terug. Mocht je er ooit eens komen, vergeet dan ook niet de sacristie te bekijken. Mooi!

Via la Galeria komen we bij La Scala, behorend tot de top vijf opera huizen ter wereld. En al zijn lijstjes meestal nogal persoonlijk en afhankelijk van de smaak van de maker, het schijnt zo te zijn dat operazangers en zangeressen een optreden in Teatro alla Scala als een echte vuurdoop zien. De akoestiek is er namelijk zo goed dat iedere kleine imperfectie kraakhelder te horen is.

Vanavond blijkt het de première avond te zijn voor Verdi’s I VESPRI SICILIANI. De naam Vesper blijft terugkomen sinds haar recente geboorte. Aangezien het een première betreft is de kans op overgebleven kaartjes nihil, zelfs niet voor de de ‘loggione’ plaatsen. Ondertussen arriveert mondain Milan in riante limousines en de nieuwste collecties van de bekende modehuizen passeren de revue. Ondanks dat we best ok gekleed zijn – we zijn tenslotte in Milaan – voel ik opeens nogal underdressed. Het belet ons echter niet om de sfeer te gaan proeven bij het bijbehorende Art Deco café restaurant Il Foyer. Zittend op het rode fluweel gaan we voor een aperitief. Hier zijn de cocktails geïnspireerd op de opera’s en de mixen van Matteo De Palma zouden uniek zijn. Daar is inderdaad geen woord van gelogen, niet alleen uniek, erg lekker bovendien. Mijn versie wordt opgediend in een zware koperen bewerkte kelk welke op zijn beurt tevoorschijn komt vanonder een glazen stolp vol met rook. De Puccini van Joris wordt geserveerd in een glazen vogel. Olijven, amandelen, prachtige amuses, het kan niet op. Als je dan een cocktail neemt, dan maar direct goed! Het is verleidelijk om hier te blijven zitten, buiten is de zon onder en het heldere weer zorgt voor een temperatuur die lager is dan dat we willen. Tegelijkertijd is Milano bij nacht echt wel de moeite waard en dus stappen we naar buiten om nog wat door het centrum te dwalen.

Bij de Duomo maken we een rozenverkoper uit Bangladesh blij, dit omdat we wisselgeld willen hebben voor de straatmuzikant die een paar meter terug zo mooi Stand by me vertolkt. Ik weet niet precies waarom, maar hij ontroert me. Uiteindelijk krijgt hij geld en de roos, hopelijk kan hij er ook weer iemand blij mee maken. Misschien is het het contrast. Contrast met de VIP omgeving waar we een uurtje geleden nog waren. We lopen verder en pakken vervolgens een bijna lege metro. De groene lijn brengt ons even voor middernacht weer terug bij ons tijdelijk onderkomen. Moe maar voldoen is weliswaar een cliché, maar in dit geval wel de waarheid.

sorpresa numero due

De zondag besteden we grotendeels in Villa Necchi Campiglio. Voor wie er nog nooit van gehoord heeft; ik kende het ook niet. De Necchi familie behoorde tot de hoge middenklasse van de Lombardijse industriële families, rijk geworden met het produceren van naaimachines en strijkijzers. Deze villa was ooit de thuishaven van de rijke jetset zussen Nedda en Gigina. Ook Gigina’s echtgenoot Angelo mocht erbij zijn. Hun feesten in deze villa werden zo populair, dat prinsen en prinsessen uit Europa zich er maar al te graag lieten zien. Nu is het een museum waar de tijd sinds de jaren 50 lijkt te hebben stilgestaan.

Voor het ontwerp van de villa hadden de zussen de architect Piero Portaluppi benaderd. Deze ontwerper stond bekend om zijn experimentele ontwerpen en rationalistische architectuur van de villa was toen – trouwens nu nog steeds – verfrissend anders te midden van de ‘modieuze drukte’ van de stad. Het huis is een beetje weggestopt aan de Via Mozart, omgeven door groen en beschermd door historisch behoud. De buitenzijde is dus wordt gekenmerkt door een strakke stijl, inclusief zwembad, terwijl in het interieur veel art deco elementen terug te vinden zijn. Na de tweede wereldoorlog heeft de familie architect Tomaso Buzzi ingehuurd die er een meer klassieke en traditionele stijl heeft ingebracht. Er kwamen (wand)tapijten en gedrapeerde gordijnen. De moderne meubels werden deels vervangen door donker antiek. De Italiaanse rationalistische strengheid van het huis viel namelijk in de smaak bij de Duitse bezetters die het huis in 1943 in beslag namen, Na hun terugkeer in de villa wilden de zussen af van de kille stijl die de Duitse fascisten zo had aangetrokken. Wanneer we nu door de kamers lopen zie we een en al Italiaans design, soort van vervlogen tijdperk waarvan alles onberispelijk is bewaard. Alles staat en ligt erbij zoals toen de Necchi’s hier nog woonden, inclusief die haast bizarre mengeling van stijlen. Gelukkig nog veel art deco-elementen te zien. Maar ook de serviezen staan nog in de kasten en familiefoto’s op de bijzettafels. Alleen de huidige kunst collectie was niet van de Necchi’s; die bestaat uit latere schenkingen aan de FAI (Fondo Ambiente Italiano), de stichting die de boel nu beheerd. Door de hele villa heen vind je beelden en schilderijen. De wat modernere meesters als Sironi, De Chirico en Martini. L’Amante Morta – overleden minnaar – staat pontificaal op een notenhouten vloer, aan de voet van de marmeren trap met goudkleurige leuning. Om maar een beeld te schetsen. Ook kunst van onder andere Canaletto en Tiepolo. Last but not least een verrassing in de vorm van een serie schetsen van Picasso en Matisse. Je begrijpt, een snoepwinkel : kunst gecombineerd met architectuur verstrekt door de verhalen van de vriendelijke vrijwilligers. Mooie details en we blijven ook hier weer veel langer dan gepland.

Dit betekent dat we Il Bosco Verticale – de twee woontorens van Stefano Boeri – voor een volgend bezoek moeten bewaren. De tijd is op. We hebben Sergei niet gemist. Wel weer nieuwe deuren geopend in Milaan. Daar waar ik het bestaan niet van wist.

Grazie cara. È stato un bel weekend a sorpresa. In più un bel omaggio a Frans. Tanta cultura, arte, buon vino e buon cibo. Buona combinazione, anche per sua figlia.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s