zwemmen bij de Maharadj

Een van de heritage hotels van India is het Nilambag paleis in Bhavnagar.

De statigheid hoeft niet zo, maar een kijkje nemen is altijd leuk. Zeker wanneer we lezen dat er een zwembad is. Kortom, we tuk tukken richting de poort en vragen simpelweg of we een kopje thee kunnen krijgen. Er is tenslotte een restaurant. Er is niemand. Op wat zakenmannen na, helaas geen enkele zakenvrouw. We vragen ons af of er hier überhaupt mensen overnachten. Het maakt het geheel wel lekker relaxed. Een theetje op de veranda en vervolgens richting zwembad. Ook hier zijn we de enigen.

Stel je voor, een prachtig rond stenen zwembad met mozaïek op de bodem. Omringd door 20 zuilen en halverwege een bescheiden fontein van marmer. Bloemen over de zuilen en achter het hek verschillende bomen. En daar zijn we dan alleen. Enkel een bewaker die netjes op afstand blijft. Het voelt klassiek, haast Romeins. Echter, in de verte hoor je de geluiden en het getoeter van de straat, het bewijs dat je toch echt in India bent.

De Maharadja komt hier zelf nog twee tot drie keer per maand en verblijft dan in een aangrenzend huis. Waarschijnlijk is paleis een betere benaming. Ik stel me dan zo’n man voor in traditionele kleding. Gelijk aan al die mannen die we in de huwelijkskoetsen en bij de feesten zien. Getooid met zwaard en zonnebril. Het is wedding season en bijna elke dag zien of horen we wel een optocht cq bruiloft. Bij de hotels grote reclameborden voor wedding banquets, ook de kamers worden in stijl versierd. Onderstaand een impressie van before and after, ergens onderweg genomen:

Wanneer we vertrekken en willen betalen voor de thee raken we aan de praat met de portier. Niet veel later krijgen we een privé toer, inclusief bezichtiging van de Maharadja suite. Ook hier heeft de tijd stil gestaan. Wat zijn ze trots en wat vinden ze het leuk.

Ik denk trouwens ook dat we net iets leuker zijn dan de groep Chinese gasten die net arriveren. Vrijwel geen communicatie mogelijk en men lijkt wat humeurig. Mogelijk lange dag gehad. Uiteindelijk mogen we niet gaan voordat we de traditionele dans voorstelling van de lokale kids hebben bewonderd. For free… Waarschijnlijk op kosten van de Chinese groep. We blijven beleefd en zitten de voorstelling uit.

Bhavnagar… de plaatsnaam die ik consequent dusdanig verkeerd uitspreek dat iedereen me vragend blijft aankijken en ook echt niet weet wat ik bedoel. Het is een havenstad waar men diamanten polijst en zout wint.

Ook heeft het een oud centrum. Hier geen heritage walk, laat staan een Engelstalige gids, dus we verkennen de boel op eigen houtje. We moeten vragen naar ‘Lek’, dan komen we bij de markt in het oude centrum terecht. Ik vermoed problemen en dat vermoeden is ook juist. Vragende blikken van de heren rickshaw chauffeuren. Lek? Lèk? Lék? Hoe moeilijk kan het zijn. Toch eenvoudiger dan Bhaáávnagr. Waar is die talenknobbel gebleven? Uiteindelijk wel zes behulpzame mannen rondom de rickshaw en opeens valt het kwartje. Ahh, Lek! Ok, we zijn eruit, de ritprijs wordt bepaald en we kunnen gaan. Eenmaal op plaats van bestemming valt bij ons pas het kwartje. Lek is lake want een meer aan de linkerzijde… aan de rechterzijde het begin van een leuke wandeling.

Einde dag en overal mensen en kraampjes. Achter die kraampjes oude huizen, veel vervallen maar soms nog echte pareltjes.

De smalle straatjes voelen aan als een souk, het ruikt naar kruiden, eten en wierook. Overal ayurvedische kruiden en we krijgen van alles aangeboden. Geen idee wat wat is dus accepteren we alleen maar de chai. Die kennen we. De mensen zijn op hier weer zó aardig. En wat een contrast met het busstation waar we arriveerden. Zo vies, zo veel armoede. Mensen in kapotte oude kleding, slapend op de grond.

Iets meer overheidsbemoeienis lijkt hier geen overbodige luxe te zijn, zowel voor de onaanraakbaren als voor de oude gebouwen.

Wél grappig hoe dat hier gaat. In het hotel staat een behulpzame maar matig Engels sprekende man. Hij vertelt dat er hier een tempel is die in de zee staat. De eb en vloedstand bepaalt of je er kunt komen en het is een uurtje rijden. Dat klinkt natuurlijk wel interessant en we boeken een nachtje bij. Vervolgens even googlen en dan blijkt dat eigenlijk alleen het fundament er nog maar staat. Meestal is dit echter het beeld:

We besluiten dat we kunnen uitslapen…

De duik in de zee wordt vervangen door het zwembad van de Maharadja. Een prima combi met de filosofische reisverhalen van Jos de Mul.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s