En dan zit je opeens op Piazza Santo Spirito… in Firenze. Na een vroege start met de nodige calls, een vertraagde vlucht Amsterdam – Florence, een fijne wandeling van tram naar B&B – met een rolkoffer die veel teveel herrie maakt over de oude keien – een Fabio die me hartelijk ontvangt – na drie x aanbellen – na een berg mails wegwerken met een grote kop thee en dan dus douchen en de stad in. De B&B ligt in het Oltrarno district, ofwel ‘di là d’Arno’. Aan de zuidzijde van de rivier, lijkt een leuke wijk met de nodige antiquairs en antiquaars. Nabij het centrum maar buiten de echt drukke zone, precies wat ik prettig vind.
Op Piazzi Santo Spirito dus. Een vrij tafeltje, met uitzicht. Ik teken ervoor en geniet van de eerste Negroni op Italiaanse bodem. Stirred, not shaken. Onderwijl mensen kijken, mijn favoriete bezigheid. Even verderop twee mannen. Een van de twee is mager, erg mager. In shirtje zonder mouwen dus weinig verhullend. Zijn ribben zijn zichtbaar, direct achter zijn diep gelooide huid. De Toscaanse zon? Hij toont zwak en ziek, desondanks lijkt hij te genieten van het moment. Hij krijgt een lange liefdevolle kus van een duidelijk jongere man. Zijn levenspartner? Fijn dat niemand er aanstoot aan neemt.
Direct naast me nog een Italiaans stel. Beiden continue aan de telefoon. Hij een stukje ouder, zij onvoorstelbaar bruin (de Toscaanse zon?) met flink opgespoten lippen. Maar dan wel haar schoenen uitgooien tijdens het eten, daar krijg je bij mij bonuspunten voor. Ze bestellen het meest geweldige eten, niets ervan kon ik terugvinden op de kaart. Mijn toch erg smaakvolle zucchini & scamorza risotto, geserveerd op een groot bord waarvan aan diverse kanten stukjes ontbreken, komt opeens wat magertjes over. Zij wordt continue gegroet door allerlei mannen, hij wordt elke keer op het laatste moment voorgesteld. Mio marito. Ik moet denken aan het stel uit Ragusa – Sicilië. Mia moglie – bij gebrek aan kennis rondom zijn echte naam staat de goede man nog steeds zo in mijn telefoon, zo stond hij tenslotte ook bij zijn vrouw in de telefoon en hij wilde graag de foto’s ontvangen.
Een jongedame neemt ingewikkelde poses aan voor de kerk, een zwart-wit geblokte hooggesloten legging met strak topje en torenhoge hakken. Een glas rode wijn wisselt continue van hand terwijl ze blijft lachen, haar lippen tuitend richting de camera. Af en toe een trekje van de sigaret van haar chaperone. Een poedeltje huppelt aan de lijn voorbij. Keurig getrimd met een goudkleurige halsband, waarschijnlijk geheel volgens de laatste hondenmode.
Iedereen passeert de Basilica di Santo Spirito, weinig keuren deze eeuwenoude basiliek een blik waardig. De rozenverkoper komt langs, ik kijk anders naar hen nadat ik de levensgeschiedenis heb gelezen van een rozenverkoper uit Marokko, werkend in de diverse Europese steden. Ik denk dat de sympathiek ogende man rechts voor me ook de gemiddelde achtergrond kent want hij geeft hem iets zonder een roos te kopen. Ondertussen zwelt de rij wachtenden voor een tafeltje onverminderd aan, het is inmiddels tien uur. De temperatuur is afgekoeld richting de 28 graden en een bescheiden briesje zorgt voor wat verkoeling. Op de trappen voor de basiliek zitten stelletjes met een doos pizza en een fles wijn. Ik loop richting de rivier. Zoek op gevoel de plek waar ik 17 jaar geleden was. Niet erg ingewikkeld. Piazza della Signoria, replica David staat er nog steeds (Rozan, ik vind z’n billen nog steeds prachtig 🙂 Zoveel gebeurd in al die jaren, wat we toen allemaal nog niet wisten.

Ik loop verder. Een straatmuzikant start Ennio Morricone terwijl ik opkijk naar de façade van een vast en zeker zeer bekende basiliek. Natuurlijk zijn er meer mensen, toch stopt de wereld even. Ik ga zitten, luister en denk terug aan de documentaire over dit muzikale genie. Hij componeerde altijd in stilte, met slechts potlood en papier. Ik geef de muzikant, een man op leeftijd, het enige contante geld wat ik bij me heb – de vijf euro uit het mapje van mijn telefoon. Hij knikt en zet in op I did it my way. Ik kan het niet helemaal duiden, heb niets met Sinatra, maar moet een beetje huilen. Vandaag een 55 jarige trouwdag die niet gevierd kan worden. Ik ben hier weliswaar alleen, maar zeker niet eenzaam. En niet rouwend. Counting my blessings. En dat op een woensdagavond.
PS Geschreven terwijl ik op een van de bruggen zit, uitkijkend over de Arno. Het is laat, morgen werken. Toch blijf ik nog even zitten.
Er is hier. Er is tijd (aldus Herman de Coninck).

Naschrift 30 juli :
voor de lezer die verwacht had de ‘how to do Florence in one day’ te lezen. Helaas… Zelf ‘s avonds door de stad dwalen zorgt vast voor een mooie ervaring. Pak wat zijstraatjes en bewonder de stad. Ook Museo del Bargello is een aanrader. Gehuisvest in een van de oudste gebouwen van de stad en ze hebben er een enorme collectie renaissance beelden. Donatello, Luca della Robbia, Verrocchio, Michelangelo, Cellini. Noem maar op, ze staan er allemaal. Bronzen David van Donatello is kleiner dan ik dacht, van Giambologna’s Mercurius had ik eerlijk gezegd nog nooit gehoord of iets over gelezen. Mogelijk gebrek aan ontwikkeling, of op een verkeerd moment tot me genomen. Naast de prachtige beelden ook een goed beeld van Florence in de 15e eeuw. De historie van het paleis is alleen al een bezoekje waard. Daar waar nu kunst te bewonderen is werden er tot 1786 martelingen en executies uitgevoerd. Gebouwd in de 13e eeuw als zetel voor de capitano del popolo. De hoge klokkentoren – La Montanina – moest de burgers waarschuwen als de stad werd aangevallen. Vervolgens was het eigendom van de raad van justitie en de politie om nog weer later als gevangenis te fungeren toen de Bargello, het hoofd de politie, zijn intrek nam. Nu, na restauratie, een voorbeeld van Florentijnse gotiek waarin sinds 1865 reeds het Nationaal Museum gehuisvest is. Mèt dus prachtig beeldhouwwerk.
Andere tips – eigenlijk mijn verlang lijstje: Uffizi (Botticelli, Caravaggio.. ), de fresco’s in de Zaal van Vijfhonderd (Palazzo Vecchio), de Cappelle Medicee bij de parochiekerk San Lorenzo maar ook de tijdelijke buiten bioscoop tussen de bogen van de Accademia, het kan hier allemaal.