met de suzuki too swift naar holy udupi

Van Chikmagalur naar Udupi lijkt geen drukke route te zijn. Althans, wanneer we deze aanname meten aan de hoeveelheid beschikbare rechtstreekse bussen. Géén…

Tel daarbij op dat we ook een stuk door de bergen moeten en de keuze voor een taxi is snel gemaakt. Ik zie ons al kotsmisselijk in de diverse bussen zitten die er uren over doen en dan ook nog eens extreem vroeg vertrekken vanuit de verderop geleden transporthub Hassan. Nee, dan liever een auto die om elf uur voorrijdt. Luxe tijdstip, het is tenslotte vakantie.

mister mist

We hebben een date met Mr Mist, een vrolijke man die er duidelijk zin in heeft. Hij start rustig, echter eenmaal op stoom en met verse benzine in de tank neemt hij de smalle haakse bochten alsof hij met zijn overjarige Suzuki Swift aan het trainen is voor de F1 races. Met andere woorden, too swift en we zijn alsnog hartstikke misselijk. Gelukkig heeft hij Ganesh en consorten op het dashboard staan. We zouden dus veilig moeten zijn. Iets wat niet gezegd kan worden van de twee auto’s die even later voor een flinke opstopping zorgen. Uit de bocht gevlogen en tegenligger geraakt. Het ziet er redelijk ernstig uit en een ambulance is hier echt niet zo snel ter plekke. Mr Mist schrikt er ook een beetje van en na een koffiestop en een goed gesprek rijdt hij gelukkig wat rustiger.

Vanuit de groene heuvels en de koffie plantages arriveren we aan de kust. Dat rijdt prettiger en omdat de maag weer rustig is kan er geluncht worden. Wij trakteren en rekenen voor drie thali’s 270 roepies af. €3,40. En nog lekker ook. Hoe kunnen ze het ervoor maken. Het verbaast me elke keer opnieuw.

Eenmaal in Udupi laten we Mr Mist met Mr Ashok bellen, onze nieuwe huisbaas. Dit werkt het beste. Hij wacht met zijn brommertje ergens op een hoek en in colonne loodst hij ons naar zijn onderkomen.

Mr Mist gaat direct rechtsomkeert. Hij wil het liefst nog voor middernacht thuis zijn. Een nieuw ritje oppikken om de terugrit (deels) rendabeler te maken lijkt niet in hem op te komen.

Ondertussen leidt Ashok ons rond in zijn huis. Het is zoveel beter dan op de foto’s. We blijken een eigen keuken, hal, slaapkamer, badkamer en balkon te hebben. Het mooiste vind ik het oude verweerde ijzeren hek aan de achterzijde van de vervallen tuin. Daarin verwerkt staat de familienaam. Ik denk dat er vroeger een weg liep. Nu loopt alles via de voorzijde, maar op onze ronde door de wijk zien we meer van dat soort hekken. Een stuk stijlvoller dan een naambordje.

Vanaf ‘ons’ balkon kunnen we fijn de buurt in de gaten houden. We zijn net die twee van de muppet show. We volgen hoe er bij de overburen in een dag tijd een volledig nieuwe terrasvloer wordt aangelegd en hoe de oude man het water uit zijn enorme waterput hijst. Ashok heeft er ook één in de tuin, maar gelukkig ook een waterleiding. Sterker nog, een Unilever filter systeem op de kraan in de keuken. Dat scheelt mooi heel wat plastic flessen.

Het is een rustig buurtje, 5 a 10 minuten tuktukken richting het centrum. ‘s Morgens vroeg leggen de bewoners in de tuintjes bloemen bij de diverse goden. Er lopen jongens met trommel en trompet door de straat. Geen idee waarvoor en het klinkt vreselijk vals. Ook doen de koeien hun ronde. Bij elk huis krijgen ze eten. Ze hebben wel wat weg van monniken met hun bedelnap. Soms lopen ze zelfs half het huis binnen. Wij zelf ook trouwens, maar dan op uitnodiging. Terwijl we vanaf de straat (van aangestampte aarde) een groot modern huis bewonderen komt de eigenaresse naar buiten. Ze blijkt weduwe te zijn met een zoon in de VS en ze nodigt ons direct uit voor thee en een rondleiding. We maken een praatje, maar slaan beleefd af. Of misschien is dat juist wel onbeleefd. Voelt toch ongemakkelijk om zomaar naar binnen te stappen, ze loopt tenslotte nog in haar nachtjapon.

Dit stadje is vooral bekend om twee dingen: De Udupi cuisine met de perfecte dosa’s en de Krishna tempel. Die twee zijn goed te combineren bij Mitra Samaj, een restaurantje wat sinds 1949 tegenover de tempel gevestigd is. In Car street, wat de enige autovrije straat van Udupi is.

Het staat daarentegen zeker niet bekend om zijn rooftopbars, maar Joris vind er toch een. Althans, het moet ervoor doorgaan. Er zitten nog wat verdiepingen boven de rooftopbar en als je zit is de rand net te hoog om het uitzicht te zien. Maar het is inderdaad een bar. Met een aquarium en daarnaast een groot televisiescherm waar we de wedstrijd Marokko – Spanje kunnen bekijken. En daar ging het om. Ik word meer in beslag genomen door een verrassende selectie aan cocktails, al lijken de overige gasten deze menukaart totaal niet te gebruiken. Later blijkt dat de meeste varianten ook niet te bestellen zijn. Misschien dat zij, als stamgasten, dat al weten. Het zijn wat licht corpulente verveeld uitziende mannen die languit in de bruine neplederen banken hangen. Niet bepaald inspirerend. Positieve uitschieter is de marketing manager van het geheel. Een super knappe verschijning die (uiteraard..) instagram foto’s van zichzelf laat zijn, o.a. zittend op een prachtig wit paard in polo tenue. Ook wat modellenwerk passeert de revue. Wat doet zo’n mooie jongen in vredesnaam in zo’n tent in Udupi? Off all places. Enfin, hij is een mooie afleiding terwijl het voetbal voortduurt.

En hoe groot is het contrast tussen deze tent en het oude centrum. Daar waar de Car street dus autovrij is en alles draait om de combinatie van de Krishna Mutt tempel en de omringende acht kloosters. Deze kloosters hebben per toerbeurt de rol van tempel – en offermanagement. Na twee jaar wordt middels een religieus ritueel – Paryaya – het stokje overgedragen aan de volgende. Deze Krishna tempel maakt dat Udupi de eerste Mukti Kshetra pelgrim locatie op rij is. Er zijn er hier in Karnataka in totaal zeven. Gokarna, onze volgende, iets noordelijker gelegen bestemming hoort ook in het rijtje thuis.

Wat deze tempel uniek maakt is het raam – Kanakana Kindi – een klein kijkgaatje vanwaar je een glimp kan opvangen van het idool Krishna. Wanneer we er de eerste keer arriveren staat er een enorme rij om naar binnen te gaan. Buiten is er echter een hele ceremonie aan de gang die we veel interessanter vinden. Tja, hoe uit te leggen?

Want elke tempel heeft blijkbaar zijn eigen unieke manier om de chariot (tempelwagen), welke dus wel toegestaan is in Car street, te versieren en de diverse rituelen uit te voeren. Hier in Udupi maken de priesters na een puja-ceremonie in de tempel een boottochtje over het heilige water in het midden van het complex. Daarna wordt het Krishna-beeld uit de tempel en in de wagen gedragen. Vervolgens wordt deze wagen door tientallen toegewijden door Car street getrokken en geduwd. Voorop loopt een klein orkest dat toch heel wat geluid produceert. Halverwege wordt er gestopt en is er vuurwerk. Ook verbranden ze in olie gedrenkte kledingstukken waarna lenige jongens salto’s en radslagen fabriceren tussen een spoor van kleine brandende tempellichtjes. Twee enorm grote ‘poppen’ worden eveneens verzet, geen idee wat daar de gedachte bij is, het lijken me een soort wachters. Wie het weet mag het zeggen.

Uiteindelijk eindigt de processie daar waar het begon, recht voor de tempel en wordt Krishna weer met de nodige bombarie naar binnen gedragen. De rust keert terug en het plein stroomt leeg. En dat allemaal op een doordeweekse woensdagavond. Er zijn avonden die minder enerverend verlopen. En dan weten wij er nog niets van. Voor de toegestroomde pelgrims zal het vast en zeker nog vele malen meer betekenis hebben.

Achteraf lees ik wat meer over de tempel. Zoals altijd zijn er diverse versies over hoe de tempel is ontstaan. Dit is een van de mythes: Het beeld van Krishna was verstopt in heilig sandelhout. Ja, daar komt het sandelhout weer om de hoek kijken (zie ook mijn eerdere blog). Zonder het te weten laadde een zeeman deze klomp hout als ballast in zijn boot tijdens een van zijn tochten langs de westkust. Hij kwam echter in een heftige storm terecht terwijl hij ter hoogte van Malpe voer. De mediterende Sri Madhvacharya kreeg een visioen dat er een schip in moeilijkheden was. Hij zwaaide met zijn gewaad en redde het schip door de storm tot bedaren te brengen. De kapitein had zoveel schulden bij Sri Madhvacharya, dat hij in ruil daarvoor alles van zijn schip aanbood. Sri Madhvacharya vroeg om het stuk sandelhout (met daarin het beeld van Sri Krishna) en dit werd later naar de vijver gebracht, gezuiverd en in de tempel geïnstalleerd.

Een andere versie is iets dramatischer. Althans, voor de schipper. Hier ramde het schip door de storm een rots en zonk. Inclusief het blok hout met het beeld van Krishna. Niet veel later reisde dezelfde Sri Madhvacharya naar Udupi voor een pelgrimage. Terwijl hij daar aan het mediteren was, werd hij plotseling wakker met een missie om naar Malpe Beach te reizen. Hij zag een licht in de zee en ontdekte het beeld, viste het van de bodem en plaatste het in de vijver bij Udupi. Vervolgens werd het beeld uit de vijver gehaald en in de tempel geplaatst.

We besluiten een riksja naar ditzelfde Malpe beach te nemen. Gewoon, om te kijken hoe het er is en om de sfeer straks te kunnen vergelijken met Gokarna beach. De conclusie is dat het is er druk is. En dan is het nog een doordeweekse dag. De mensen staan met hun kleding aan in de zee. Ze vormen een ketting zodat er niemand onder een golf verdwijnt. Voor de stoerdere mannen is er zo’n banaan die middels een snelle boot een stukje door de zee wordt gesleurd. Even verderop staan twee magere paarden in de hete middagzon te wachten op kinderen. Het zijn duidelijk andere paarden dan op de foto’s van de mooie marketing boy van de rooftopbar.

We zien een paar ligbedjes met parasol. Te reserveren en af te rekenen per half uur. Goed idee, nu we hier toch zijn. Verder langs de rand kraampjes met allerhande plastic speelgoed en andere ellende. Voor een simpel koffie stalletje moeten we beduidend langer zoeken. Maar het water is lekker en op de ligbedjes worden we met rust gelaten. Aan het kijken op een afstandje ben ik inmiddels gewend geraakt. Het is een kwestie van zo ver mogelijk met sarong om richting zee lopen en dan snel de golven in. Joris mee als chaperon.

De vis restaurantjes laten we grotendeels voor wat het is, de geur is niet fris en wekt zeker geen eetlust op. Upudi staat bekend om zijn vegetarische keuken en daar hou ik het graag bij. Joris doet nog een poging met een fish thali, maar ik geloof niet dat het voor herhaling vatbaar is.

Al met al nodigt Malpe beach ons niet uit voor nog een dagje. We zeggen Gandhi gedag en gaan verder naar Gokarna.

Dat betekent een vroege trein. 6.30 uur vertrek. Ashok is al op om ons uit te zwaaien. Hij is druk bezig om zijn kokosnoten te laten drogen. Deze worden daarna verkocht en gebruikt om olie van te maken. Zo’n lieve man. Gepensioneerd na jarenlange dienst als assistant manager bij SBI (State bank of India). De bank die mijn Triodos pas maar niet wil accepteren. Omdat hij wat te doen wil hebben – naast de kokosnoten – heeft hij op de eerste verdieping van zijn huis twee appartementen voor de verhuur. Zoonlief regelt het digitale Airbnb gedeelte, hij regelt alles na aankomst. Wel fijn, want geen van de riksja chauffeurs weet het te vinden dus een goed gesprek voor vertrek tussen Ashok en chauffeur doet wonderen.

Eenmaal in de trein alle ruimte. Er wordt weer goed voor ons gezorgd en we komen terecht in een soort mini wagon met 20 plaatsen. Bij de eerstvolgende halte stapt een straatarme magere man in, deels verlamd. We delen met hem onze nootjes en twijfelen of we hem wat geld zullen geven. Na navraag bij andere passagiers besluiten we een flink bedrag in zijn borstzakje te stoppen. Hij kan het bijna niet geloven en blijft maar kijken in dat zakje. Vervolgens haalt hij uit zijn plastic tasje een bijna overleden Nokia waarmee hij foto’s wil maken. Door zijn vervormde handen duurt dit alles zeker een kwartier. We hebben echter de tijd. De trein tuft wel door, af en toe even wachtend totdat de tegenligger gepasseerd is. Ondertussen blijf ik lachen naar het kapotte mini Nokia schermpje. Hij maakt zowaar inderdaad nog foto’s ook. Als de goede man wel heel close wordt vinden de mede passagiers er blijkbaar iets van en na overleg in hun eigen taal met de conducteur wordt er gevraagd naar zijn kaartje. Die hij natuurlijk niet heeft. Op station Manki wordt hij zonder pardon de trein uitgezet. We maken nog duidelijk dat het echt wel ok was voor ons, maar beseffen ook dat we hier met een klasse systeem te maken hebben, iets wat wij als buitenstaanders niet kunnen oplossen. De man zelf lijkt er ogenschijnlijk geen moeite mee te hebben, maar mijn hart breekt toch een beetje. Daar staat hij dan, voor mijn gevoel in the middle of nowhere. In Manki. Die naam verzin je trouwens toch ook niet… Nu maar hopen dat er deze dag nog een trein langskomt én dat niemand dat geld uit z’n borstzakje jat.

Een beetje beduusd tuffen wij verder naar Gokarna. Ja, dit is ook India. Het laat de mensen van hun beste èn slechtste kant zien. Al weet ik dat ze het waarschijnlijk goed bedoelen richting ons. Wij die te gast zijn in hun land en waar ze zo trots op zijn.

Welkom – mits je een kaartje hebt 😔

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s